Frikadel, frikandel, curryworst of hamburger

Waar in Nederland de friet-patatdiscussies ‘een dingetje’ is, duikt in Vlaanderen geregeld de kwestie frika(n)del- curryworst -hamburger op. Want wat is nu de echte naam voor die lange gehaktstaaf die zo populair is bij de gefrituurde aardappelstaafjes?

Een tijd beantwoordde ik die vraag voor de krant. Daarna heb ik de kwestie zelf nog eens opgevraagd in Vlaanderen en Nederland – want in het noorden heb je de kwestie frikadel-frikandel. Pieter Embrechts deed de hele kwestie al eens uit de doeken in Man over Woord en in 2017 wijdde de krant Het Nieuwsblad er een artikel aan.

In 2017 en in 2021 heb ik de kwestie opgevraagd in mijn mini-onderzoekjes (12 en 24). De kaart hieronder is gebaseerd op de antwoorden uit die twee vragenlijsten. Onder de kaart staat het verhaal erachter. Dat is ook opgenomen in het boek ‘Wie zegt wat waar? Regionale taal in Nederland en Vlaanderen’.

Frikadel

We beginnen met het oudste woord, dat je hoort in Nederland en in de Belgische provincies West- en Oost-Vlaanderen en het noorden en oosten van Belgisch-Limburg: frikadel. Dat woord bestaat al vierhonderd jaar, niet alleen in het Nederlands, maar ook in het Duits en het Frans. Alleen: het betekende toen ‘bal gehakt’ en niet ‘gehaktstaaf’. Die eerste betekenis heeft het woord nog steeds in de regio’s waar de lange gehaktstaaf niet frika(n)del wordt genoemd. Als je in frika(n)del-land een bal gehakt wil, kun je beter om een bal gehakt (Nederland) of een boulet (België) vragen.

Frikandel

Frikadel heeft dus de oudste papieren, maar wel met een andere betekenis. Laten we daarom even kijken naar zijn naaste verwant, de frikandel. Die is altijd een lange gefrituurde gehakstaaf geweest, al vanaf zijn geboorte in 1954. We kunnen dat zo precies dateren, omdat de ‘uitvinder’, slagersknecht Gerrit de Vries uit Dordrecht, toen zowel staaf als benaming officieel gelanceerd heeft. De frikandel, de snack zelf, is dus een Nederlandse uitvinding. De relatie met de historische frikadel is niet heel duidelijk. Er zijn twee mogelijkheden:

  • Volgens het Etymologisch woordenboek van het Nederlands is frikandel de merknaam van het product van De Vries. Het woord is pas veel later een soortnaam geworden, maar intussen is er vanwege de grote gelijkenis verwarring ontstaan tussen het oorspronkelijke frikadel (dat als enige in het Groene Boekje stond) en de merknaam frikandel.
  • Volgens taalhistoricus Ewoud Sanders is frikandel een verbastering van het oude frikadel (dat vroeger ook op worstjes betrekking kon hebben). Mogelijk gaat het over een samentrekking van frikadel en fricandeau.

Welke uitleg je ook verkiest, er verandert niets aan de huidige situatie: beide benamingen zijn naast elkaar in gebruik.

Curryworst

En de curryworst dan, wat is dat voor iets? Ook dat is een uitvindsel van iemand in de vleesindustrie. Het culinair genie in kwestie is de Berlijnse snackbarhoudster Herta Heuwer. Zij ontwikkelde in 1949 de Currywurst, en die sloeg meteen aan in het bratwurst-minnende Duitsland. Tegenwoordig is hij naast de klassieke Bratwurst een van de populairste worsten van het land. De worst heeft er zelfs een eigen museum. Maar let op: als je in Duitsland een ‘currywurst’ bestelt, krijg je waarschijnlijk iets anders dan je verwacht. Een Duitse Currywurst is immers precies wat het zegt: een gegrilde en in stukken gesneden worst met een laagje kerriepoeder en -saus erover.
Via de haven van Antwerpen is vervolgens eerst de snack en daarna de naam geïmporteerd geraakt. Vervolgens begonnen de snackbaruitbaters de naam te gebruiken voor die andere populaire frituursnack, onze gefrituurde gehaktstaaf. Vanuit de stad hebben naam en worst zich vervolgens verspreid over een ruimere omgeving, namelijk de provincies Antwerpen, Vlaams-Brabant en een flink stuk van Oost-Vlaanderen. Maar niet over heel Vlaanderen, want West- en Oost-Vlaanderen hadden hun frika(n)del al en Limburg bleef koppig vasthouden aan de eigen benamingen: hamburger, lange hamburger of gewoon ne lange.

Ne langen (h)amburger

Hamburger is een woord dat wereldwijd bekend is. Het is de naam van een schijf gebakken of gegrild vlees, meestal rundergehakt, die vaak tussen twee helften van een rond broodje wordt gegeten. Vervolgens kreeg het geheel van broodje met runderschijf, groenten en ander garnituur ook de naam hamburger.
Die hamburger als schijf gebakken vlees is ergens rond de eeuwwisseling in Amerika ontstaan en werd er al snel populair als handige, goedkope snack die je onderweg kon eten. Na de Tweede Wereldoorlog veroverde de hamburger – vleesschijf plus broodje – de wereld dankzij de fastfood- en drive-inrestaurants.
Maar de hamburger is dus geen worst. Behalve in Limburg. Ook hier hebben we, net zoals bij de curryworst, waarschijnlijk te maken met een betekenisoverdracht: van platte gebakken gehaktschijf in een broodje naar lange gehaktstaaf in een broodje naar lange gehaktstaaf. Aangezien er in Limburg geen aparte naam is voor de gehaktschijf, kan het woord hamburger twee dingen aanduiden: de schijf en de worst. Het verschil maken de Limburgers door te specificeren: de platte hamburger versus de lange hamburger. En aangezien dat weer een vrij lange naam is voor een bestelling als je haast hebt, kun je in Limburg dus ook ne lange vragen bij je pakje frieten.

Ten slotte

Als je puur naar de betekenis kijkt, is frikandel de enige juiste benaming. Alle andere benamingen gaan oorspronkelijk eigenlijk over iets anders, en dat kan in een andere regio of zelfs in het buitenland voor verrassingen zorgen. Vreemd is dat niet: tussen de antwoorden die gegeven werden op de vraag hoe je deze snack noemt, zaten nog meer benamingen die eigenlijk over een andere snack gaan: berelul, saté, worst, gehaktstaaf, … Als je je dus in den vreemde bevindt en je absoluut zeker de juiste snack op je bord wil, dan kun je hem maar beter gewoon aanwijzen.


Wouter van Wingerden behandelde de (overwegend Nederlandse) kwestie frikandel-frikadel in zijn boek Maar zo heb ik het geleerd! Heel wat Nederlanders hebben immers ooit geleerd dat er maar één juiste spelling is, namelijk frikadel.
Dat heeft te maken met een tekortkoming in het Groene Boekje. In de eerste versie daarvan uit 1954 stond namelijk alleen
frikadel. Dat was toen nog de gehaktbal, want de frikandel zoals wij die nu kennen, was nog maar net uitgevonden en nog te jong om het al tot lemma in de spellinggids te schoppen. Het gevolg is dat heel wat mensen dachten dat frikandel spreektaal was en de n niet thuishoorde in de geschreven versie. Aangezien het woord frikandel niet in het Groene Boekje stond, moest wel fout zijn.
Pas sinds 2005 staan
frikadel en frikandel broederlijk onder elkaar in de spellinggids.

Print Friendly, PDF & Email

Reacties zijn gesloten.