Wie overweegt een website te bouwen voor zijn bedrijf, om zijn producten of diensten te promoten, wil vooral dat die site aantrekkelijk is, indruk maakt en gebruiksvriendelijk is. De website moet overtuigen en verleiden tot kopen of bestellen. De zorg voor het taalgebruik wordt hierbij meer dan eens als minder belangrijk gezien. Toch is een heldere, aangename taal een minstens even belangrijk onderdeel van een overtuigende website als de beelden en lay-out. Dat kun je althans besluiten de tips die overal te vinden zijn over goede webcontent en over de tweets die je om de oren vliegen als er weer eens een grappige (of ‘schandalige’) taalfout wordt gespot. Maar is dat wel zo?
Bestaand onderzoek
Na een zoveelste ‘uit onderzoek blijkt’ ging ik op zoek naar studies die daadwerkelijk het belang bewijzen van een correcte, vlotte taal op commerciële websites. In het Nederlands, dan. Want hoe degelijk Engelse studies ook zijn, ze zeggen weinig over hoe Nederlandstaligen tegenover taal- en spelfouten in het Nederlands staan. Ik kwam helaas van een kale reis thuis. Dat betekent niet noodzakelijk dat die studies niet bestaan. Het betekent wel dat ze amper te vinden zijn.
Voor mij als eindredacteur zou zo’n onderzoek anders wel handig zijn. Niet alleen om potentiële klanten te overtuigen, maar ook om te weten waar verschillende doelgroepen het meest belang aan hechten. Spelling? Korte zinnen en teksten? Zo weinig mogelijk vakjargon? Of maakt het niet uit? Daarom ben ik vorige week zelf met een onderzoek gestart (als u alsnog wilt deelnemen: hier vindt u de uitleg en de link naar het formulier). De eerste resultaten zijn alvast intrigerend en vragen om meer.
Mijn onderzoeksvragen
Mijn eerste hypothese is dat sommige potentiële klanten afhaken als ze spelfouten, taalfouten of een onverzorgde taal op een website zien. Om hoeveel mensen het precies gaat, weet ik niet, maar volgens mij is elke potentiële klant die om die reden afhaakt er een te veel. Alleen al daarom is het dus de moeite waard om zorg te dragen voor de inhoud van uw website. Of om iemand in te schakelen die dat voor u doet.
Omdat het voor de hand ligt dat die hypothese bevestigd zal worden, heb ik er nog enkele toegevoegd:
- Sommige taal- en spelfouten vallen meer op dan andere en doen mensen sneller afhaken.
- Potentiële klanten zijn strenger voor websites die taalgerelateerde diensten en producten aanbieden dan voor andere websites.
- Potentiële klanten met een hoger opleidingsniveau haken sneller af bij taalfouten of onduidelijke taal dan mensen met een lager opleidingsniveau.
- Jonge mensen haken minder snel af bij taalfouten of onduidelijke taal dan oudere mensen.
Het onderzoek
Voor het onderzoek heb ik vijf schermafbeeldingen geselecteerd waar op de een of andere manier ‘iets’ mee scheelt. Dat ‘iets’ kan heel uiteenlopend zijn, van overduidelijke dt-fouten tot complexe zinnen of vakjargon. De respondent beoordeelt ze aan de hand van vier vragen. Daarna geeft de respondent aan hoe belangrijk hij de volgende aspecten vindt: heldere taal, geen spelfouten, standaardtaal en vlot leesbare teksten. Hierbij maakt hij een onderscheid tussen websites over taaldiensten en –producten, en andere websites. Dat onderscheid maakt hij ook bij de vraag hoe belangrijk is dat een internationaal bedrijf een Nederlandstalige versie heeft van zijn website. Ten slotte volgen er enkele heel algemene stellingen over taal op websites, waarbij de respondent aangeeft in welke mate hij het ermee eens is.
Eerste resultaten met 101 respondenten
Om te voorkomen dat nieuwe respondenten worden beïnvloed, geef ik nog geen concrete schermafbeeldingen of vragen bij die afbeeldingen vrij. Eén resultaat kan ik wel geven. Bij de afbeelding die momenteel de beste beoordeling krijgt, geeft 12% van de respondenten aan dat er geen taalfouten of –problemen te vinden zijn. Toch is het antwoord op de vraag hoe deze pagina overkomt niet onverdeeld positief. Dit is de beoordeling als de respondent ervan uit moet gaan dat de pagina hoort bij een site die taalgerelateerde diensten en producten aanbiedt (waarbij 1 = ik zoek verder op het internet en 10 = ik ben geïnteresseerd in dit bedrijf):
Het resultaat is een stuk beter als de respondent ervan uit moet gaan dat de pagina hoort bij een bedrijf dat andere diensten aanbiedt, maar is ook daar niet onverdeeld positief:
Zelfs bij niet-taalgerelateerde websites geeft bijna de helft van de respondenten een cijfer van 5 of lager voor de pagina die de beste algemene score heeft. Dat impliceert dat aandacht en zorg voor de taal zeker ook belangrijk is bij websites voor bedrijven die helemaal geen taalgerelateerde diensten aanbieden. Of dat beeld hetzelfde blijft als meer mensen de enquête hebben ingevuld, is een open vraag. Zoals hieronder nog zal blijken, zijn bepaalde leeftijds- en opleidingscategorieën voorlopig nog ondervertegenwoordigd en dat kan de resultaten wat vertekenen.
In het volgende tussentijdse verslag ga ik uitgebreid in op de resultaten bij de algemene stellingen. Voor dit verslag geef ik er eentje mee:
De massale spam in de vorm van slecht vertaalde mails over een ongelooflijke erfenis, een probleem bij de bank of een Russische schone die dringend geld nodig heeft, heeft een opvallend neveneffect: slecht taalgebruik op commerciële sites is verdacht. Als u dus wilt dat uw nieuwe klanten niet denken dat u hen zult oplichten, haalt u uw site beter niet snel even door Google Translate of aanverwante software voor machinevertalingen. Een professionele vertaler lijkt misschien duur, maar zorgt er wel voor dat uw bedrijf betrouwbaar overkomt. En dat maakt de investering zeker de moeite waard.
De respondenten
Om een betrouwbaar resultaat te krijgen, moet de enquête absoluut zo veel en zo breed mogelijk worden ingevuld. Dat is heel belangrijk. Met ‘breed’ bedoel ik: door mensen met een zo divers mogelijk profiel: jong, oud, laag- en hoogopgeleiden, mensen met of zonder taalberoep, mensen die heel taalgevoelig zijn of net niet. Alleen zo kunnen we een duidelijk beeld krijgen van hoe gevoelig ‘de’ webgebruiker is voor het taalgebruik op de websites die hij bezoekt. Even kijken hoe het op dit moment gesteld is met die diversiteit:
A. Leeftijd
Dit diagram geeft de verdeling van de verschillende leeftijdscategorieën weer. De categorie 31-40-jarigen is het beste vertegenwoordigd. Dat is prima: de dertigers van tegenwoordig draaien immers hun hand niet meer om voor een online bestelling meer of minder. Ook de andere online shoppers, de twintigers en de veertigers, zijn behoorlijk vertegenwoordigd. Dat zit dus goed. Minder goed gesteld is het met de jongste leeftijdscategorie. Die ontbreekt momenteel bijna volledig, en dat is niet zo best. Zij zijn immers de digital natives: ze zijn opgegroeid met het concept van online winkelen en informatie zoeken. Bovendien zijn zij de klanten van de toekomst. Daarom hoop ik dat zij toch zo snel mogelijk hun weg vinden naar de enquête.
B. Opleidingsniveau
De variatie in opleidingsniveau is minder groot: de universitairen zijn duidelijk oververtegenwoordigd. Er is gelukkig wel een goede verdeling tussen mensen met een talige opleiding en mensen met een andere opleiding. Toch zou ik in de toekomst graag meer respondenten willen zien met een opleiding hoger onderwijs of secundair onderwijs. Uiteraard zijn ook zij actieve klanten op het internet, en mogelijk hebben zij een andere visie op taalgebruik. Dat zou ik heel graag te weten willen komen. Vermoedelijk wordt de variatie wel vanzelf groter als meer jongeren deze enquête invullen. Dat neemt niet weg dat ook dertigers, veertigers en ouder met een middelbareschooldiploma of een diploma hoger onderwijs ook meer dan welkom zijn.
C. Beroep
Iets minder dan de helft van de respondenten heeft een beroep dat niet taal-gerelateerd is. Dat is al een vrij goede verhouding, maar dat aandeel zou ook nog mogen groeien. Naar verhouding oefenen immers veel meer mensen (en dus potentiële klanten) een ander beroep uit dan een taalberoep.
Conclusie
Hoewel een goede, correcte, vlotte taal algemeen gepromoot wordt als belangrijk voor een goede website, blijken er amper of geen goed toegankelijke Nederlandstalige studies over te bestaan. Uit mijn voorlopige resultaten blijkt echter dat dat wel de moeite is. Taalfouten vallen duidelijk op. Ze storen veel mensen zelfs in die mate dat ze afhaken en op zoek gaan naar een andere website (en dus een ander bedrijf) dat de dienst of het product aanbiedt waar ze naar op zoek zijn. Die klanten ben je als bedrijf dus kwijt. Daarom alleen al is het de moeite waard investeringen in een bedrijfswebsite niet te beperken tot het grafische, ‘mooie’ aspect, maar zeker even veel aandacht te besteden aan de teksten. Beelden trekken de aandacht, teksten bevestigen en overtuigen. En door slechte teksten blijven klanten weg of vinden ze je website (en dus je bedrijf) mogelijk zelfs verdacht.
Wilt u ook uw zeg doen over wat u zoal leest op bedrijfswebsites? Dan heb ik goed nieuws. Om een heel accuraat beeld te krijgen van het surfgedrag van ‘de internetshopper’, moet mijn respondentengroep zo groot én divers mogelijk zijn. Op dit moment heb ik vooral een tekort aan jongeren (-21 jaar), lager opgeleiden en mensen met een niet-talig beroep. Vandaar mijn dringende oproep: deel deze vragenlijst met AL uw kennissen, vrienden, familie, ongeacht hun leeftijd of beroep. ‘Ja maar, ik ken niks van taal,’ is net een argument om de enquête WEL in te vullen. Iedereen heeft immers een mening over taal, en ik wil die heel graag kennen.
Vul de hele handel dus in, en spoor anderen aan dat ook te doen. Alvast hartelijk bedankt!
PS: Korte update (15/2)
Bovenstaand artikel schreef ik twee dagen geleden. Intussen heeft de leerkracht Nederlands van mijn zoon haar 12 leerlingen van het derde jaar de vragenlijst laten invullen, waardoor de leeftijdsverhoudingen wat gewijzigd zijn.
Ik zoek dus NOG STEEDS jongeren – uiteraard – maar ook de andere leeftijdsgroepen mogen zich volledig laten gaan. Ook nog steeds dringend gezocht: mensen met een diploma secundair onderwijs (studenten dus, maar ook heel graag mensen met een TSO- of BSO-diploma) en mensen met een beroep dat helemaal niets met taal te maken heeft. Dank!
Naar de instructies (met link naar de vragenlijst).
Rechtstreeks naar de vragenlijst: Taal op websites: vragenlijst
Correctie:
Het resultaat is een stuk beter als de respondent ervan uit moet gaan dat de pagina hoort bij een bedrijf die andere diensten aanbiedt, maar is ook daar niet onverdeeld positief:
In deze zin zit er een fout: een bedrijf dat …
Aangepast. Bedankt voor de opmerkzaamheid!
Uw briefje vooraf, begint met een kleine letter (!)”zoals enz..”
Moet toch Zoals zijn?
Is dit de juiste manier om zo’n brief te openen?
Uw naam is toch “Miet met een achternaam” (?)
U sluit uw briefje vooraf daar niet mee af, zo valt mij op!
Sommigen zullen u kennen en weten dat u het bent, maar ook zijn er meerdere die u niet kennen.
Uw verhaal is uitgebreid geschreven en toegelicht, maar uw basisgegevens zijn niet volledig open vermeld, helaas, en dat roept bij mij ook vraagtekens op!
Ik verneem daar graag een reactie over!
Is dat niet ook een aspect, dat u nou juist met deze enquête wilt onderzoeken.
Verder veel succes met de enquête toegewenst.
Beste mijnheer of mevrouw Niessen,
Ik probeer uw vragen zo overzichtelijk mogelijk te beantwoorden.
1. Ik heb even moeten zoeken over welke brief het ging, want ik heb intussen al diverse mails verstuurd over dit onderwerp. U hebt gelijk, dat had een hoofdletter moeten zijn. Bedankt voor de opmerking, dat zal in de toekomst in orde zijn.
2. Mijn naam is inderdaad Miet met een achternaam. Omdat die achternaam al op de enquête zelf vermeld stond, heb ik ervoor gekozen die niet meer in de correspondentie met respondenten te gebruiken.
3. Dit is een eerste, heel voorlopig tussentijds verslag. Hiermee wil ik een eerste heel algemene indruk geven van waar de enquête naartoe gaat. De basisgegevens kan ik pas vermelden zodra de enquête is afgerond. Ik wil immers voorkomen dat nieuwe respondenten door die gegevens beïnvloed worden. Ik vraag u daarom nog even geduld te hebben.