Over smakelijk valt niet te twisten

Stel je voor: je zit met een groepje Belgen en Nederlanders aan tafel in een restaurant. De maaltijd wordt opgediend. ‘Smakelijk,’ zegt de eerste zodra iedereen van een dampend bord voorzien is. ‘Ja, laat het smaken,’ zegt zijn buur. ‘Eet smakelijk,’ vervolgt een derde. ‘Aanvallen maar,’ grijnst de man aan de andere kant van de tafel. ‘Nou, eet ze, hè,’ glimlacht nummer vijf. En de laatste zwijgt. Na een korte ongemakkelijke stilte begint het gezelschap dan toch maar te eten.
Voor ze beginnen te eten, zeggen de meeste mensen iets tegen hun tafelgenoten. Omdat dat zo hoort, vinden we. Maar in sommige regio’s en sociale groepen hoort het net niet, en valt er een stilte. Soms is iets zeggen net een inbreuk op die sociale norm. En als je dan iets zegt, hangt de keuze voor wat precies af van de omstandigheden: tafel je met bekenden, onbekenden, thuis, in een restaurant? Ben jij zelf de kok, of niet? Wanneer en tegen wie zeg je toch maar beter niets, om niet onbeleefd of onbeschaafd over te komen? Dat blijkt allemaal uit de antwoorden op de ‘Wat zegt u tegen uw tafelgenoten voor het begin van de maaltijd?’ uit mijn achtste mini-onderzoekje van 2017.

Dialect van de adel

Niets zeggen hoort volgens een respondent uit Den Haag bij het ‘dialect van de adel’. Volgens iemand uit Voorschot doen ‘chique mensen’ dit. Maar wat is dat dan, dat ‘dialect van de adel’? Volgens Onze Taal (https://onzetaal.nl/taaladvies/taartje-gebakje/) gaat het hier om een taalvorm die ontstaan is in de hoogste kringen, bijvoorbeeld de adel, om zich te onderscheiden van de ‘gewone burger’. Het gaat hierbij niet alleen over verschillen in woordgebruik, bijv. ‘zeg niet gebakje maar jasje‘, maar ook over gedrag: ‘zeg niet aangenaam, maar geef een hand en zeg je naam’. Bij die norm hoort ook dat je helemaal niets zegt bij het begin van de maaltijd, in plaats van het in Nederland gangbare eet smakelijk.
Veertien mensen van de 381 hebben op mijn vraag geantwoord dat ze niets zeggen bij het begin van de maaltijd, waarvan negen uit Noord- en Zuid-Holland. Twee respondenten merken op dat dit hoort bij ‘chique mensen’, en dat ze in andere omstandigheden wel iets zeggen. Twee anderen melden dan weer dat ze wel weten dat het ‘niet hoort’ om iets te zeggen, maar dat zij het wel altijd doen. Voor een Rotterdamse respondent is niets zeggen dan weer vooral gebruikelijk in een informele situatie, bij bekenden. De twee Vlamingen in het lijstje melden ook dat ze in informele situaties, in familiekring en bij vrienden niets zeggen. In andere situaties (formeel, bij onbekenden, op restaurant), zeggen ze wel iets. Dat er in familiekring vaak niets wordt gezegd, blijkt ook uit het artikel van 2012 over eetspreuken in Onze Taal (https://onzetaal.nl/uploads/editor/1204eetspreuken(1).pdf).
Conclusie: in Noord- en Zuid-Holland kan zwijgen voor het begin van een maaltijd erop wijzen dat je weet hoe het hoort in chique, adellijke kringen, maar dat is amper het geval in de rest van Nederland. Dan kun je je maaltijd wel zonder inleidende wens beginnen als je aan de huiselijke of familiale eettafel zit. Als je je in formeler gezelschap bevindt, zeg je maar beter wel iets. Want anders ben je onbeleefd.

(Eet) smakelijk (eten)

Als je wel iets zegt, wat hoor je dan te zeggen? Met eet smakelijk, smakelijk eten of gewoon smakelijk kun je in principe niets verkeerds doen. Je laat hooguit horen of je uit het noorden (eet smakelijk / smakelijk eten) dan wel uit het zuiden (smakelijk) van het taalgebied komt. Laat het (u/je) smaken en eet ze zijn ook goed, maar die zijn nog sterker regionaal gemarkeerd. Typisch Fries is lekker ite (lekker eten).

smakelijk, eet smakelijk, smakelijk eten, laat het smaken, lekker ite, eet ze

Wens voor de maaltijd

 

‘Prettige wedstrijd’

De meeste respondenten van de enquête gaven maar één antwoord op deze vraag. Ze maakten dus geen onderscheid tussen formele en informele situaties, tussen bekenden, onbekenden, thuis of op restaurant. Een twintigtal respondenten deed dit wel:

  • Eet smakelijk is volgens respondenten uit Amsterdam, Rijssen, Voorschot, Den Haag en Breda eerder formeel. De respondent uit Voorschot noemt het ‘burgerlijk’, in tegenstelling tot de echt chique mensen die – opnieuw – niets zeggen. Die uit Rijssen reserveert deze uitdrukking voor speciale gelegenheden, terwijl de respondent uit Breda dit net tegen ‘iedereen’ zegt. Voor enkele respondenten uit Kampen, Amsterdam en Rotterdam is ‘eet smakelijk’ net informeel. De Rotterdamse respondent gebruikt het wel alleen bij onbekenden, bijv. op café.
  • Smakelijk is formeel volgens een respondent in Rotselaar en informeel volgens respondenten van Rotterdam, Ranst, Dilbeek, Drunen en Groningen.
  • Ook formeel zijn laat het smaken (Geel), smakelijk (Rotselaar) en bon appétit (Meise, tegen Franstaligen)
  • Er zijn meer creatieve uitingen voor informele situaties dan voor formele, en vaak staan die tegenover het ‘niets’-zoals-het-hoort: eet ze (Rijssen, onder familie; Den Haag, Haarlem, Vrouwenpolder, zeer informeel), smakeloos (Groningen, als grap bij intimi), hap ze (Breda, tegen vrienden en familie), tast toe (Groningen), prettige wedstrijd (Amsterdam, uitzonderlijk onder gelijkgezinden) en als het lekker is, hoor ik het graag, en anders ben je maar gewoon blij dat ik de moeite heb gedaan (Sint-Agatha, tegen de kinderen) en dig in (Geel)
  • Twee respondenten (Rijssen en Sliedrecht) maken melding van een gebed of een zegen voor de maaltijd.
  • Een respondent uit Rotterdam zegt eet ze als er Friezen aan tafel zitten. Volgens een respondent uit Bolsward is eet lekker een frisisme. Waarschijnlijk bedoelt hij dat het een kruising is tussen het Friese lekker ite en het Nederlandse eet smakelijk.
  • Sommige respondenten nemen een slag om de arm, en zeggen op hoop van zegen of succes (Gelderland) als ze experimenteel hebben gekookt of nou, hopelijk is het wat geworden als ze zelf hebben gekookt.

In vergelijking met het artikel uit 2012 in Onze Taal werden hier veel minder creatieve, unieke antwoorden gegeven. Waarschijnlijk heb ik gewoon een andere vraag gesteld: ik wilde immers alleen weten wat men zegt tegen zijn tafelgenoten bij het begin van de maaltijd, en niet wat men zegt tegen mensen die zitten te eten, of wat men zegt na de maaltijd. Opvallend is ook dat die variatie groter is in Nederland dan in België. Waarschijnlijk komt dat omdat de sociale normen hier in Nederland toch een grotere rol spelen dan in Vlaanderen. Je hebt er dat dialect van de adel, waar je ook tegenin kunt gaan, en net in informele situaties wil je wel eens voor de lol afwijken van ‘wat hoort’, of dat nu niets zeggen is, of een geijkte uitdrukking als ‘eet smakelijk’ gebruiken.

Wat je ook zegt – of niet zegt – het doet er eigenlijk niet zoveel toe. Als het maar lekker was.

Bronnen (met dank aan Helen de Hoop en Ton van der Wouden)

Over het dialect van de adel: https://onzetaal.nl/taaladvies/taartje-gebakje/
Over eetspreuken (Onze Taal 2012): https://onzetaal.nl/uploads/editor/1204eetspreuken(1).pdf

Reacties zijn gesloten.