Resultaten van het tweede mini-onderzoekje
Twee weken geleden postte ik een nieuw mini-onderzoekje naar taalvariatie, met als onderwerp citrusvruchten. Het heeft even geduurd eer ik de antwoorden kon verwerken. Hier volgen alvast de eerste resultaten.
Selectie
Deze keer wilde ik meer weten over de gangbare benamingen van citrusvruchten. Ik selecteerde afbeeldingen van vijf verschillende citrusvruchten, voegde er een korte omschrijving aan toe om het onderscheid extra te verduidelijken en presenteerde de respondenten een lijstje mogelijke benamingen. Zij konden per citrusvrucht meer dan één benaming aankruisen en zelf andere benamingen opgeven. Ik vroeg expliciet naar benamingen die geen dialect waren.
De enquête kende deze keer een vrij moeizame start, maar nadat Onze Taal zo vriendelijk was de oproep op Twitter te retweeten, liep het plots storm. Uiteindelijk vulden 671 mensen het formulier in, netjes verspreid over het hele taalgebied. Dat levert een mooi en overzichtelijk beeld op.
Waarom deze citrusvruchten?
Ik vroeg naar de benamingen van de pompelmoes (citrus maxima, 1), de grapefruit (citrus paradisi, 2), de sinaasappel (citrus sinensis, 3), de mandarijn (citrus reticulata, 4) en de clementine (citrus clementina, 5).
Dit zijn de benamingen volgens de Nederlandstalige Wikipedia. Aanleiding van mijn onderzoekje zijn de benamingen voor de citrus paradisi, die in Nederlandgrapefruit en in Vlaanderen pompelmoes wordt genoemd. Het leek een klassiek noord-zuidverschil, tot ik de enquête begon op te stellen. Toen ontdekte ik dat er nog citrusvrucht bestaat, de citrus maxima, die ookpompelmoes wordt genoemd. Ik stelde mijn hypothese bij: de citrus maximaheet in Nederland pompelmoes en in Vlaanderen witte pompelmoes; de citrus paradisi heet in Nederland grapefruit en in Vlaanderen (roze) pompelmoes. Twee noord-zuidverschillen voor de prijs van één.
En omdat ik toch in de citrusvruchten dook, voegde ik er meteen enkele aan toe waar ik ook wat variatie vermoedde: de sinaasappel/appelsien, demandarine/mandarijn en de clementine/clementijn. Bij de eerste vroeg ik me vooral af of appelsien het criterium ‘geen dialect’ zou overleven. Mandarijn enclementine waren gewoon extraatjes, om het verhaal compleet te maken.
Pompelmoes en grapefruit
De citrus maxima blijkt helemaal niet bekend te zijn in onze streken. In de winkel zie ik ze zelf zelden liggen, en ook uit de antwoorden blijkt een grote onzekerheid. 331 mensen geven aan dat ze de vrucht niet kennen, 51 mensen geven een benaming op die niet kan kloppen (limoen, clementijn, citroen). De 48 pomelo-meldingen heb ik wel mee op de kaart opgenomen, omdat eenpomelo een kruising is van de citrus maxima en de citrus paradisi, en uiterlijk heel sterk op de citrus maxima lijkt.
Uit het kaartje blijkt vooral flink wat onzekerheid. Geen enkele benaming is duidelijk regionaal gebonden. Alleenpompelmoes is gebruikelijker in het noorden dan in het zuiden. Witte pompelmoeskomt in het hele taalgebied voor. De zeldzame benaminggrapefruit zit zowel in het noorden als in het zuiden. Mogelijk zijn dit ook vergissingen en werden ze aangekruist uit onzekerheid: de vrucht is onbekend, de naam staat in het lijstje en klinkt toch een beetje vertrouwd. ‘Ha, dat zal dan wel een grapefruit zijn.’
De citrus paradisi is wel heel bekend. Slechts 3 mensen melden dat ze de vrucht niet kennen en 5 mensen noemen hem sinaasappel. De naambloedsinaasappel (22 vermeldingen) wordt nog het vaakst verkeerdelijk opgegeven, hoewel in de omschrijving is vermeld dat de vrucht groter is dan de citrus sinensis. Deze vergissingen zijn niet op de kaart opgenomen.
Op de kaart komt wel een duidelijke tweedeling naar boven. Grapefruit is een vrijwel exclusief Nederlandse benaming. Pompelmoes enroze pompelmoes komen wel voor in Nederland, maar zijn gebruikelijker in België. Roze pompelmoes wordt vaker vermeld dan pompelmoes. Dat is wat vreemd, aangezien zijn witte tegenhanger niet zo bekend is. Mogelijk is het beeld wat vertekend omdat de benaming in het lijstje gesuggereerd werd.
Conclusie: het woord pompelmoes is in het hele taalgebied wel bekend, maar duidt niet noodzakelijk dezelfde vrucht aan. In België is het de gebruikelijke benaming voor wat in Nederland grapefruit heet. Grapefruit is een benaming die in het zuiden dan weer amper bekend is. De eigenlijke pompelmoes (citrus maxima) is als vrucht niet zo bekend in België en Nederland. Daardoor, en door het onderscheid witte en roze pompelmoes, is het risico op spraakverwarring tussen noord en zuid relatief klein.
Sinaasappel of appelsien?
In Vlaanderen wordt de sinaasappel vaak ook appelsien genoemd. Dat is niet zomaar een zuidelijk equivalent voor het woord sinaasappel. Het woord heeft ook een affectieve nuance die niet in sinaasappel zit. Appelsientje klinkt schattig, en dat maakt het sap van de vrucht meteen ook een stuk lekkerder. Handig als je je kinderen iets anders wil laten drinken dan frisdrank. Appelsienhoort bijgevolg ook bij de kindertaal. Daardoor is het een stuk steviger geworteld in de woordenschat dan andere regionale woorden waarvoor er ook een algemeen standaardtaalwoord voorhanden is. De vraag is daarom niet of het woord (nog) bekend is in Vlaanderen, wel of het aanspraak kan maken op de status standaardtaal.
Ik heb niet gevraagd naar benamingen die volgens de respondent tot de standaardtaal behoren, wel om namen te geven die geen dialect zijn. Het is dus niet zeker dat de appelsien-zeggers het woord ook als standaardtaal beschouwen. Mogelijk zien ze het wel als informele spreektaal, maar niet als formele standaardtaal. Opvallend is wel dat appelsien tot in de provincie Noord-Holland wordt vermeld. Zelfs daar zijn er dus mensen die het niet (meer) als dialectwoord, of ‘te Vlaams’ beschouwen. De grens tussen het noordelijke sinaasappel en het zuidelijke appelsien lijkt te vervagen. Is er hier dan geen sprake van een klassieke noord-zuidverdeling?
Deze kaart houdt rekening met de frequentie. Dat betekent dat een symbool niet alleen weergeeft welk woord voor welke plaats is opgegeven, maar ook hoe vaak dat woord wordt vermeld. En hier zien we toch dat de appelsien-meldingen in het noorden marginaal zijn in vergelijking met desinaasappel-meldingen, en dat het beeld in het zuiden net omgekeerd is. De grens wordt zo toch weer wat scherper gesteld.
Conclusie
Het is altijd interessant om noord-zuidverschillen waarvan je wel vermoedt dat ze er zijn even te testen. Soms blijkt een verhaal toch complexer te zijn dan eerst gedacht (pompelmoes-grapefruit), en soms is de rijksgrens een minder strakke grens dan vooraf ingeschat (appelsien). In ieder geval nodigen deze en andere kwesties vooral uit tot meer en gedetailleerder onderzoek, en tonen ze hoeveel gedaantes taalvariatie kan aannemen.