Trekker, wisser, aftrekker

Om je vloeren schoon te maken, heb je enkele dingen nodig: een dweil, een emmer warm water, een schoonmaakmiddel en … nog een ding. Een stok met een dwarse stok met rubber, waarmee je de natte dweil over de vloer beweegt en vervolgens met een uitgewrongen dweil het overtollige water weer weghaalt. Het lijkt wel alsof het altijd al bestaan heeft. Het heeft ook verschillende namen, maar hoe noemen we het in het Algemeen Nederlands?

Toen ik in 2003 aan de aflevering De Woning van het Woordenboek van de Brabantse Dialecten werkte, noemde ik het zelf een ‘aftrekker’. Ik wist toen al dat dat niet in het hele taalgebied zo werd genoemd, maar niet hoe wel.  Dat heb ik pas ontdekt toen ik de kaart op basis van deze enquête tekende.

trekker, wisser, aftrekker

Trekker of wisser

aftrekker in Van Dale

‘Aftrekker’ in Van Dale (online, 2017)

(Vloer)trekker is als enige woord zowel in Nederland als in België gebruikelijk. In Nederland wordt het gevolgd door (vloer)wisser; in België moet het het overwicht van aftrekker erkennen. Dat laatste is volgens Van Dale spreektaal in België. Het wordt inderdaad gezegd in het grootste deel van Vlaanderen. Maar niet in West-Vlaanderen, dat doet mee met Nederland.

Het woord (vloer)trekker wordt dus als enige in zowel België als Nederland gebruikt. Dat maakt dat het woord in het hele taalgebied bruikbaar is. Tegelijk laat deze kaart zien dat het label BE in Van Dale niet altijd betekent dat het woord in kwestie gebruikelijk is in het *hele* Nederlandstalige gebied in België. Zeker als het over spreektaal gaat, is dat vaak niet het geval. Meestal is het dan wel bekend in het centrum, dus Brabant en Antwerpen, en vaak ook minstens in een van de perifere gebieden, Limburg of West- Vlaanderen. Oost-Vlaanderen is een echte overgangszone. Soms doet de provincie mee met het Brabantse gebied, soms met West-Vlaanderen en soms loopt de grens dwars door de provincie heen. In dit geval is het een echt overgangsgebied, met zowel meldingen van trekker als van aftrekker.

Copywriters, vertalers en andere tekstschrijvers die zich op de Belgische markt richten en al eens een spreektaalwoord in hun teksten opnemen, houden hier maar beter rekening mee. Anders zou het effect dat ze op het oog hebben helemaal anders kunnen uitdraaien.

Recent voorwerp

aftrekker, trekker, wisser

(Af)trekker, wisser

Op het eerste zicht is dit een gewone dialectkaart, met de benamingen voor een heel traditioneel dagelijks voorwerp. Maar dat klopt niet. Hoe vreemd het ook klinkt, we maken onze vloeren nog niet zo lang schoon met een dweil en een sopje. De reden hiervoor is eenvoudig: tot aan de tweede wereldoorlog konden enkel rijke mensen zich een stenen vloer permitteren in hun huis, en dan nog alleen op het gelijkvloers. Op de verdiepingen waren de vloeren van hout, en het gelijkvloers in de meeste arbeiders- en boerenhuizen van aangestampte aarde. Die pakte je niet aan met water. Bovendien moest je voor dat water alleen al naar de put op het erf of in het dorp. Met dat water wasten mensen zichzelf en hun kleren, maar geen vloeren. Die veegde of schuurde je.

Pas vanaf de jaren vijftig werd er systematisch beton gebruikt in huizen en konden ook vloeren op verdiepingen met tegels worden bekleed. Enkele jaren later werd er overal waterleiding gelegd, kwamen er kranen in elk huis en kon men al snel ook warm water nemen. Hoog tijd dus om die vloeren op een andere manier schoon te houden. Dus ook dat ding waar we elke week een natte dweil rond draaien, heeft niet altijd bestaan. Het is nog maar enkele decennia geleden uitgevonden en heeft vervolgens als vanzelfsprekend zijn plekje in elk huishouden veroverd. We zijn het alleen om de een of andere duistere reden in de verschillende regio’s anders gaan noemen.

Print Friendly, PDF & Email

3 reacties

  1. Je spreekt over “vegen” : correct, dat gebeurt met een bezem ( in veel Vlaamse dialecten wordt gesproken over “keren” met een “keerborstel”) en daarom verrast het me een beetje dat je over “schuren” spreekt wat in AN toch schrobben genoemd wordt.

    • In de online Van Dale staat bij ‘schuren’ in de betekenis ‘schrobben’ dat het tot de Belgische spreektaal behoort. De betekenis lijkt me hier voldoende duidelijk.

  2. Oude mensen in mijn regio (Noord-Brabant), inclusief mijn oma, noemden dit een luiewagen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *