De voorstelling van Sprekend Nederland
Een maand geleden werd het onderzoeksproject Sprekend Nederland voorgesteld tijdens het tweejaarlijkse congres van het Genootschap Onze Taal. Dat gebeurde door dr. Rosemary Orr, de flamboyante Iers-Nederlandse taalonderzoeker die met veel passie over het opzet, het ontstaan en de ontwikkeling van dat bijzonder grootschalig onderzoeksproject vertelde. Het is een samenwerking tussen taalonderzoekers van verschillende Nederlandse universiteiten en de Nederlandse tv-omroep NTR en het omvat een tv-programma, een webserie ‘Spreekhokken’, een facebookgroep en een app. Die app is op 2 december gelanceerd, en het bijhorend persbericht beschrijft het project als volgt:
‘Met Sprekend Nederland willen de NTR, NWO (De Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek) en een grote groep wetenschappers voor het eerst in de Nederlandse geschiedenis een ware blauwdruk maken van de manier waarop Nederland spreekt. Bovendien gaan zij in kaart brengen welke vooroordelen mensen hebben over elkaars manier van spreken. (…) Met de Sprekend-Nederland-app spreken deelnemers zinnen en woorden in die anderen vervolgens kunnen beluisteren en beoordelen. Wanneer elkaars spraak beoordeeld hebben, ontvangen zij persoonlijke feedback die laat zien wat anderen van hen denken, puur gebaseerd op hun spraak. (…) Dat Nederlanders talloze vooroordelen hebben over elkaars manier van spreken is al bekend. (…) Er is echter weinig gedetailleerde informatie over accenten en vooroordelen die veel verder gaat dan dat. Een belangrijke vraag die taalwetenschappers nu willen beantwoorden is in welke mate het accent van sommige nieuwe Nederlandse groepen (zoals Marokkaanse-Nederlandse groepen) bijdraagt aan stereotypering en discriminatie.’
En sprekend Vlaanderen?
Toen ik dat in Breda hoorde, dacht ik meteen: ‘Oh, kan dat voor Vlaanderen ook? En mag ik alstublieft meehelpen aan de verwerking van die resultaten?’ Want dat die vooroordelen er in Vlaanderen zijn, dat is zeker. Daarover was dr. Stefania Marzo van de KU Leuven heel duidelijk in haar lezing over de Genkse citétaal tijdens de streektaalconferentie in Brussel. Citétaal wordt immers wel herkend als een lokale variant van het Nederlands, maar de waardering ervoor is een stuk minder hoog dan voor Nederlands met een Limburgs accent. En dan hebben we het nog maar over één heel specifieke, vrij bekende taalvariant. Ik ben er zeker van dat een gelijkaardig project Sprekend Vlaanderen op minstens even veel enthousiasme zou kunnen rekenen (behalve misschien het aspect ‘hoe oordelen anderen over jou?’) èn minstens even boeiende resultaten zou opleveren.
Ik heb even geïnformeerd bij de VRT, maar helaas. Toen het project nog in volle ontwikkeling was, hebben de initiatiefnemers inderdaad gepolst of de Vlaamse televisie mee op de kar wilde springen. Maar het zat er niet in. Nog niet, hoop ik. Mogelijk komt er wel ruimte als blijkt dat Nederland massaal deelneemt aan dat Grote Nationale Onderzoek. Of dat Vlamingen de app ook downloaden, en hun taal als ‘Vlaams’ (die keuzemogelijkheid is er) durven laten beoordelen door onze noorderburen. En dan zeggen: ‘Ja maar, het Vlaams van de kust valt toch helemaal niet te vergelijken met dat van Antwerpen of aan de Maas? Kunnen wij ook zo geen app maken?’ En dan zou ik zeggen: go VRT! En als jullie een onderzoeker nodig hebben, bel me dan even.
Wat denk jij? Zouden we in Vlaanderen ook zo’n app moeten lanceren? Of willen we liever niet weten hoe anderen ons eigen accent beoordelen?
Pingback: Sprekend Nederland: accent en discriminatie - Taalverhalen