In een vorig artikel heb ik verteld over mijn zoektocht naar geschikte software om de gegevens uit de mini-onderzoekjes in te bewaren, te verwerken, voor te bereiden voor taalkaarten en software om die kaarten mee te maken. Daar klinkt het alsof ik op vijf minuten van een opgevraagd begrip uit mijn vragenlijsten een mooie, heldere, kant-en-klare kaart kan maken. Zo eenvoudig gaat dat helaas nu ook weer niet. Nee, helaas is niet het juiste woord. Gelukkig, dat is beter. Want het is net dat voorbereidende werk dat ik zo prettig vind als ik een taalkaart maak. Er moet echt wel nog een en ander gebeuren om van al die antwoorden een helder en visueel aantrekkelijk overzicht te maken. En dat kun je niet zomaar aan om het even wie, en zeker niet aan een computer overlaten.
Ordenen
Ik geef mijn respondenten heel veel vrijheid bij het formuleren van antwoorden: ze mogen er meerdere geven, ze kunnen ze schrijven hoe ze willen, ze kunnen er extra info bij geven. Dat betekent aan de ene kant dat ik heel veel informatie krijg, maar dat die informatie in eerste instantie wel een rommeltje is. Daar moet eerst orde in komen en dat gebeurt op twee manieren: opsplitsen en trefwoorden toekennen.
Met opsplitsen bedoel ik enerzijds dat ik de records waar in het antwoordvak meer dan 1 antwoord sta dupliceer, en anderzijds dat ik de informatie in het antwoordvak opneem in de velden ‘trefwoord’, ‘variant trefwoord’ en extra info. Elk record bevat zo 1 antwoord, 1 trefwoord. Het zijn die trefwoorden die uiteindelijk ook op de kaart zullen komen.
Trefwoorden
Een trefwoord is een overkoepelend modelwoord dat ik voor verschillende concrete realisaties – binnengekomen antwoorden – kan gebruiken. Een voorbeeldje: een voorbeeldje: voor ‘vlinder’ kreeg ik onder meer de antwoorden peipel, pepel, piepel en peper binnen. Je ziet meteen dat die vier woorden heel sterk op elkaar lijken. Als ik die behoud, krijg ik een heel chaotische kaart waar meer variatie op te zien is dan eigenlijk nodig is. Ik kan nu eenmaal niet alle mogelijke spel- en klankvarianten op een kaart opnemen. Daarom beslis ik er samen te nemen, en de variatie eventueel weer te geven in het veld ‘trefwoord variatie’. De volgende vraag is nu welke antwoorden onder hetzelfde trefwoord samen horen. Neem ik er te weinig samen, dan krijgen we chaos. Neem ik er te veel samen, dan wordt de variatie te veel afgevlakt, en dat is niet de bedoeling. Criteria om concrete realisaties al dan niet samen te nemen is de fonologische verwantschap (heeft het klankverschil alleen te maken met de verschillende manieren waarop een specifieke klank in de verschillende regio’s worden uitgesproken, of is het specifiek voor dit woord?), de frequentie (komt een variant opvallend vaak voor in een aaneengesloten regio, of net niet?) en de hoeveelheid trefwoorden op de kaart (hoe meer lexicale variatie en dus trefwoorden, hoe minder ruimte voor fonologische variatie). In dit geval heb ik peipel en pepel samengenomen onder het trefwoord pepel, en werden piepel en peper aparte trefwoorden.
Om dit soort overwegingen te maken, moet je wat kennis hebben van de fonologie of klankleer van de Nederlandse dialecten. Het maakt ook dat het toekennen van trefwoorden niet in een twee drie gebeurt en dat ik hoe dan ook lang – en met veel plezier -werk aan de voorbereiding van een kaart. En dan is de kaart er zelf nog niet.
Spelen met kleurtjes en symbooltjes
Als de trefwoorden zijn toegekend, exporteer ik een bestand uit mijn databank dat de trefwoorden bevat en de plaatscoördinaten die aangeven waar welk trefwoord op de kaart moet komen. Maar een kaart is niet klaar als QGIS die symbooltjes op de grondkaart heeft gezet. Dan heb ik alleen nog een basiskaart, een kladversie. QGIS kent wel automatisch symbolen toe aan de trefwoorden, maar dat zijn allemaal bolletjes in verschillende kleuren. Het geeft een idee van wat het moet worden, maar helder en mooi is het nog niet. Wat moet er dan nog allemaal gebeuren?
- Ik beslis welke trefwoorden op de kaart komen en welke niet. Sommige trefwoorden zijn zo zeldzaam (hooguit 5 meldingen bijvoorbeeld) en/of komen zo verspreid voor, dat ze geen meerwaarde vormen voor de kaart. Die worden dan wel vermeld in het begeleidende artikel.
- Ik beslis of er alsnog trefwoorden worden samengevoegd. Neem het voorbeeld van hierboven. In de databank zijn pepel, piepel en peper drie verschillende trefwoorden. Op de kaart stonden ze toch door elkaar in dezelfde regio. Daarom heb ik ze daar samengevoegd.
- Ik beslis of verschillende trefwoorden op de kaart samen horen, zonder ze echt samen te voegen. Die samenhang laat ik zien in de kleurkeuze van de symbolen. Criteria hiervoor zijn fonologische en zichtbare lexicale (etymologische) verwantschap zonder dat het echt over fonologische varianten gaat. Je moet hiervoor dus – opnieuw – iets kennen van fonologie en etymologie. Op de vlinderkaart is dat mooi te zien: de varianten pepel/piepel/peper, pemel, pimpel en piepeling verschillen genoeg van elkaar om ze als apart trefwoord te behandelen, maar ze lijken ook sterk op elkaar en hebben dezelfde oorsprong. Daarom kregen de symbolen dezelfde blauwe kleur. Ze vormen samen ook nog eens een aangesloten gebied (maar dat is niet de hoofdreden van die kleurkeuze). Deze ingreep (de kleurkeuze van de symbolen) is vooral belangrijk als er veel trefwoorden op de kaart staan.
- Ik ken symbolen toe. Hierbij zorg ik ervoor dat er tussen de trefwoorden en trefwoordgroepen voldoende onderscheid in kleur en symbool is, zodat de kaart in een oogopslag duidelijk is.
- Ik zoek de geschikte symboolgrootte. Te groot, en je ziet niet meer voor welke plaats ze precies gelden. Te klein, en je kunt de verschillende symbolen niet meer onderscheiden. De symbolen voor dezelfde plaats – als er meer dan 1 antwoord is voor die plaats’ – mogen elkaar ook niet volledig overlappen. Anders ontstaat er een nieuw symbool dat niet in de legenda staat (als je bijv. / en \ over elkaar zet, krijg je X) en dan klopt de kaart niet meer.
- Tenslotte voeg ik de legenda toe en zorg ik ervoor dat die helemaal klopt met de kaart. Er mogen alleen trefwoorden in staan die ook op de kaart te vinden zijn, trefwoorden met hetzelfde symbool moeten ook in de legenda zijn samengevoegd, de trefwoorden moeten in een logische volgorde staan (alfabetisch, etymologisch, van noord naar zuid) en de kaart krijg een titel.
- Dan is de kaart klaar.
Een hele klus?
Jazeker. Maar het resultaat mag er dan wel zijn. Ik hoop dan ook dat jullie veel plezier beleven aan het resultaat.