[Column VRT Taal] Helder

Welk woord typeert de Nederlandse cultuur het beste? Denk je nu aan ‘gezellig’? Dan zit je in de buurt. ‘Lekker’ misschien, als in ‘eerst lekker opstaan, dan lekker douchen, dan lekker werken, daarna een lekkere pauze nemen en er dan weer lekker in vliegen’? Nee, dat is het ook niet. Hoe zeer de Nederlander zelf zweert bij ‘gezellig’ (onvertaalbaar!) en ‘hartstikke lekker’ (alles is lekker!), het belangrijkste woord in zijn woordenschat is … ‘helder’.

Het viel me op toen ik op korte tijd een paar interviews had beluisterd, onder meer tijdens een webinar. In Nederland loopt op dit moment een overheidscampagne voor helder taalgebruik bij de overheid, Direct Duidelijk. Helaas voor hen hadden een bekend biermerk, een Vlaamse radiopresentator en de Vlaamse overheid de voor de hand liggende slogan met ‘helder’ al geclaimd. Direct Duidelijk organiseert dit jaar een heuse tour in de vorm van webinars. Tijdens een van die uitzendingen mochten Dirk Caluwé van de Taaltelefoon en Johan Van Hoorde van de Taalunie meer uitleg geven over de Vlaamse overheidscampagne ‘Heerlijk Helder’. De presentator die hen interviewde, sloot elke degelijk beantwoorde vraag af met een tevreden ‘helder’ en bracht dan een nieuw onderwerp aan. Datzelfde ‘helder’ is ook geregeld te horen in de podcast Woordwaarde van de Nederlandse BNR Nieuwsradio, waarin Maria Punch experts in taal en communicatie interviewt. Mocht u nog een podcast over taal zoeken, dan is dit een aanrader. Helder is ze in ieder geval.

Dat Nederlandse ‘helder’ betekent veel meer dan ‘het is duidelijk, ik heb het begrepen’. De spreker geeft ook aan dat hij zich in de uitleg kan vinden en dat hij het onderwerp daarom afsluit. ‘Helder’ als waarderende afsluiter dus. Een Vlaming heeft zoiets niet nodig, maar voor een Nederlander is dat signaal wel belangrijk. Hij wil weten waar hij aan toe is, wat voor meningen en visies gangbaar zijn in zijn omgeving, waar die op gebaseerd zijn, wat de sociale codes zijn en waarom die zo zijn. Dan kan hij voor zichzelf beslissen of hij zich erin kan vinden, ‘helder’, en zich ernaar voegen. Of hij kan ze in vraag stellen, tot alles voor hem ‘helder’ genoeg is. Hij gaat er ook van uit dat iedereen diezelfde duidelijkheid wil en daarom geeft hij te pas en – in Vlaamse ogen toch – te onpas zijn mening. Zo geeft hij zelf over zichzelf de info die hij van zijn omgeving verwacht.

Het tegengestelde van dat Nederlandse ‘helder’ is ‘ingewikkeld’. Woordaccent op de derde lettergreep voor de betekenis ‘complex’, anders betekent het wat anders (voltooid deelwoord van het werkwoord ‘inwikkelen’) en dat is, u raadt het al, niet helder. Maar als een Nederlander een uitleg inleidt met een schoorvoetend: ‘Het is ingewikkeld’, dan geeft hij een signaal. ‘Het is niet helder, er zitten wat haken en ogen aan. Ben je er zeker van dat je het wil horen?’ De ander krijgt zo nog de kans om te ontsnappen aan een verhaal dat niet helder en dus waarschijnlijk heel ongemakkelijk is. Zodra een discussie blijft doorgaan en dus ‘ingewikkeld’ wordt, is ze ook niet meer ‘gezellig’. Daar is ‘gezellig’ een goede tweede, het hangt onlosmakelijk samen met ‘helder’.

Die nood aan helderheid botst met de voorzichtige, behoedzame Vlaamse aard. Een Vlaming geeft zichzelf niet gemakkelijk bloot. Hij houdt zich op de vlakte, zeker als hij in onbekend gezelschap is. Hij snuift eerst de lucht op, proeft de sfeer, voelt aan wie het voor het zeggen heeft en zoekt verborgen nooduitgangen. Dan pas doet hij zijn mond open. Hij houdt zich hierbij aan de regels, de expliciete en de impliciete, ook als hij ze zelf maar dom vindt. Zijn eigen mening vindt hij pas relevant als die ook gepast is binnen het gezelschap. Anders knikt hij ‘ja’ wanneer het volgens hem hoort en denkt hij bij zichzelf: ‘we zullen wel zien’ of ‘dat had je gedacht.’ Op die manier kan hij zijn zin blijven doen zonder het risico te lopen dat hij iemand met invloed voor het hoofd stoot. Dat vindt hij veiliger dan een heldere mening. Ingewikkelde zaken zijn geen probleem, die bieden juist ruimte voor achterpoortjes.

Gevolg: in de ogen van Nederlanders zijn Vlamingen frustrerend vaag en inconsequent, voor Vlamingen zijn Nederlanders dan weer erg overdonderend en ongepast opdringerig. We verstaan elkaar wel, maar we voelen elkaar niet aan. Sinds ik begrijp waar die directe duidelijkheid van Nederlanders vandaan komt, is een discussie met hen gemakkelijker: ik probeer mijn eigen behoedzaamheid opzij te zetten en de rationele, heldere uitleg te geven die rust brengt.  Maar Nederlanders in Vlaanderen, die hebben het knap lastig. Niemand zit immers te wachten op hun mening. En die helderheid, die zij zo belangrijk vinden, zit doorgaans op een plek die voor hen verborgen blijft: tussen de regels.

Eerder verschenen bij VRT Taal op 7 augustus 2020

Print Friendly, PDF & Email

Reacties zijn gesloten.