Resultaten van het derde mini-onderzoekje
Iets meer dan een maand geleden postte ik mijn laatste online mini-onderzoekje. Aan de hand van twee zinnen wilde ik vier kwesties in kaart brengen die op de taaladviessite van de Nederlandse Taalunie, taaladvies.net, aan bod komen. Twee van deze kwesties zijn volgens deze site standaardtaal, de ene in België, de andere in Nederland. Bij een kwestie is de status onduidelijk, de vierde is geen standaardtaal. Ik onderzocht deze kwesties op ongeveer dezelfde manier als taaladvies.net dat doet: ik nam ze op in een zin (taaladvies.net werkt met korte tekstjes) en stelde de volgende vier vragen:
- Zijn er in deze zin woorden, uitdrukkingen of constructies die u niet begrijpt of onduidelijk vindt? Zo ja, welke?
- Zijn er woorden, uitdrukkingen of constructies die u wel begrijpt vanuit de context, maar die u nog nooit gehoord of gelezen hebt? Zo ja, welke?
- Zijn er woorden, uitdrukkingen of constructies die u wel al eens gehoord of gelezen hebt, maar die u zelf nooit (of nooit op dezelfde manier) zou gebruiken? Zo ja, welke?
- Stel: deze zin hoort bij een langere tekst en iemand vraagt u die na te lezen voor ze ergens gepubliceerd wordt. Corrigeer de zin waar dat volgens u nodig is. Het is van belang dat u daarbij GEEN gebruik maakt van naslagwerken. Het gaat om wat u zelf niet juist of gepast vindt.
De eerste zin die ter beoordeling werd voorgelegd, bevatte twee kwesties die België voor heel wat twijfel zorgen: Moest het morgen nog vriezen, ga dan zeker niet in openlucht kamperen.
‘Moest’ hoor je vaak in België in de betekenis ‘Als X zou’ of ‘Mocht’, maar als gevraagd wordt of het standaardtaal is, wordt de combinatie nog heel vaak afgekeurd. Daarom is het volgens taaladvies.net geen standaardtaal. ‘In openlucht’, dus zonder lidwoord, is ook gebruikelijk in het Belgisch-Nederlands en wordt niet afgekeurd. Het is dus standaardtaal in België.
De kaartjes die ik uit de antwoorden op mijn enquête kon afleiden, bevestigen deze labels min of meer.
In openlucht (BE)/ in de openlucht
‘In openlucht’ krijgt er vooral in Nederland een lidwoord bij. In België wordt de combinatie niet gecorrigeerd, of er wordt alleen een spatie toegevoegd tussen open en lucht. Toch wordt ook in Nederland niet een lidwoord toegevoegd of blijft ze gewoon staan. Mogelijk viel de afwezigheid van het lidwoord niet zo sterk op vanwege de andere kwestie, die geen standaardtaallabel heeft. Desondanks is duidelijk dat ‘standaardtaal in België’ hier niet noodzakelijk impliceert dat de combinatie zonder lidwoord helemaal ongebruikelijk of onbekend is in Nederland.
Moest het vriezen (BE)/ mocht het vriezen / Als het vriest
De combinatie met ‘moest’ werd massaal gecorrigeerd en vervangen door ‘mocht het vriezen’ en ‘als het vriest’. Toch bleven ook hier ongecorrigeerde combinaties niet beperkt tot België. Er was ook een opvallende minderheid bij de Nederlandse respondenten die de constructies onveranderd liet. Het kaartbeeld geeft bijgevolg ook hier geen strikte noord-zuidverdeling weer. Uit de opmerkingen van respondenten blijkt die verdeling daarentegen wel: terwijl Belgen de combinatie met moest omschrijven als ‘fout’ of ‘niet correct’, duidt een aantal Nederlanders ze aan als ‘Belgisch’. Tien respondenten keuren ze om die reden zelfs goed als de tekst bedoeld zou zijn voor een Vlaams publiek.
De tweede zin
De tweede zin bevat twee kwesties die vooral in Nederland bekend zijn: Als je je password verkeerd invoert, moet je helemaal overnieuw beginnen.
‘Password’ is standaardtaal in Nederland. Het alternatief voor het hele taalgebied is ‘wachtwoord’. In België is ook ‘paswoord’ gebruikelijk in de standaardtaal. ‘Overnieuw’ is weliswaar heel gebruikelijk in de Nederlandse spreektaal, maar veel mensen vinden het woord niet gepast voor standaardtalige situaties. De status van het woord is volgens taaladvies.net onduidelijk.
Wachtwoord / password (NL)/ paswoord (BE)
‘Password’ werd in deze zin vaak niet gecorrigeerd. Het valt wel op dat inderdaad meer Nederlanders dan Belgen het woord lieten staan. Als het gecorrigeerd werd, werd het in Nederland vrijwel zonder uitzondering ‘wachtwoord’. De respondenten uit België die ‘password’ corrigeerden, vervingen het door ofwel ‘wachtwoord’, ofwel ‘paswoord’. Hiermee wordt bevestigd dat ‘paswoord’ Belgisch-Nederlands is. Wat uit deze kaart niet zo duidelijk blijkt, is of het woord ‘password’ echt gebruikelijker is in Nederland dan in België. Daarom heb ik ‘password’, ‘paswoord’ en ‘wachtwoord’ via twiqs.nl laten analyseren.
Twiqs.nl is een Nederlandse site die onderzoekers en studenten de gelegenheid biedt te zoeken in Nederlandstalige tweets vanaf 1 januari 2010. Iedereen kan een gebruikersaccount aanmaken, en via een zoekveld de gewenste zoekterm invoeren. Het duurt wel even eer al die miljoenen tweets doorzocht zijn, maar het resultaat loont de moeite. Je krijgt namelijk een grafiek die weergeeft hoe populair de term was in de gezochte periode, kaarten waarop te zien is in welke regio de zoekterm veel wordt gebruikt, de sentimentsscore en de tweets waarin de zoekterm voorkomt. Een van de twee types kaarten die twiqs.nl genereert, is de warmtekaart. Op zo’n kaart wordt aan de hand van kleuren aangegeven hoe populair de zoekterm was in een bepaalde regio. Voor ‘wachtwoord’, ‘password’ en ‘paswoord’ leverde dat de volgende kaarten op:
Hieruit blijkt dat:
- ‘Wachtwoord’ het meest gebruikelijke woord is in het hele taalgebied
- ‘Password’ inderdaad gebruikelijker is in Nederland dan in België
- ‘Paswoord’ inderdaad ook gebruikelijker is in België dan in Nederland
Tweets geven natuurlijk geen expliciete informatie over het standaardtaalkarakter van het gebruikte woord. Op twitter komen zowel heel dialectische als vrij formele tweets voor. Over het algemeen kunnen we ervan uitgaan dat in tweets een equivalent wordt gehanteerd van de neutrale spreektaal, zoals gebruikelijk in niet uitgesproken formele of informele situaties en bedoeld voor een publiek dat deels onbekend is.
‘Overnieuw’ komt vaak voor in de informele spreektaal in Nederland, maar het is onduidelijk of het tot de standaardtaal behoort. Een niet te verwaarlozen aantal taalgebruikers vindt het immers niet gepast voor de standaardtaal.
Het woord werd ook in mijn onderzoekje meestal zowel door Nederlandse als door Belgische correspondenten gecorrigeerd. Vreemd genoeg lieten ook enkele Belgische respondenten het woord staan. Het is niet duidelijk of het om onoplettendheid gaat of een dialectwoord dat volgens de respondent ook in bovenstaande zin gepast is. Vanwege deze onduidelijkheid heb ik ook dit woord op twiqs.nl laten analyseren.
Op deze kaart blijkt dat overnieuw niet alleen duidelijk beperkt is tot Nederland, maar ook dat het een heel gebruikelijk woord is in schrijftaal met een hoog spreektalig gehalte zoals posts op sociale media.
Conclusie
De resultaten uit mijn eigen onderzoekje bevestigen de adviezen op taaladvies.net. De kaartbeelden geven wel een genuanceerder beeld dan de labels ‘standaardtaal in België’ en ‘standaardtaal in Nederland’ doen vermoeden. Een regiobeperking in het label betekent dus niet noodzakelijk dat het woord of de uitdrukking in kwestie volledig onbekend of niet aanvaard is in het andere gedeelte van het taalgebied.
[Dit artikel is overgenomen uit mijn oude wordpress-blog Taaldenker]