Resultaten van het eerste mini-onderzoek
De meest opvallende variatie in een taal is die in uitspraak en woordenschat. Een half woord, meer heb je doorgaans niet nodig om te horen of je gesprekspartner van boven of onder de rijksgrens afkomstig is. Tijdens een kort gesprek kom je ongetwijfeld ook tot de ontdekking dat die gesprekspartner ‘van over de rijksgrens’ bepaalde dingen anders noemt. Maar er is ook variatie in domeinen die veel minder opvallen. Een van die domeinen is het woordgeslacht. Het verschil tussen mannelijk/vrouwelijk (de) enerzijds en neutraal (het) anderzijds is alleen maar merkbaar als het bepaald lidwoord wordt gebruikt of wanneer er na een onbepaald lidwoord (een) een bijvoeglijk naamwoord volgt dat dan nog eens correct wordt verbogen (een kleine man versus een klein kind). Om die reden ontsnappen eventuele verschillen ook aan het oog van woordenboekmakers, en zo kan je plots tot de ontdekking komen dat het woordgeslacht dat bij een bepaald woord vermeld staat in het woordenboek botst met hoe je het zelf aanvoelt. Een voorbeeld hiervan is het woord kroost.
Kroost is een min of meer verouderd woord, een verzamelnaam voor de kinderen van hetzelfde gezin. Het wordt meestal gebruikt in een mededeling over dat gezin of (een van de) ouders: ze had een flinke kroost; mijn tante ging met haar kroost naar zee. Ik ken het uitsluitend als de-woord, maar volgens Van Dale is het een het-woord. Ik kwam tot die ontdekking toen een Vlaams facebookmaatje me erop wees. Ook zij zegt de kroost. Voor mij kwam het meteen in aanmerking voor een noord-zuidonderzoekje.
De vorige keer heb ik mijn vraag nogal impulsief rechtstreeks op facebook en twitter gegooid. De respons was wel verrassend goed, maar achteraf bleek het moeilijk om de gegevens te verwerken en te bewaren. Bovendien heb ik op twitter ook niet de mogelijkheid om expliciet naar de woonplaats en naar extra gegevens te vragen. Daarom maakte ik deze keer gebruik van een googleformulier en stelde de vragen: wat zegt u? De kroost of het kroost en Wat kent u? De kroost of het kroost (hier met de mogelijkheid beide aan te kruisen)). Ik deelde het op facebook en twitter, en liet de gegevens een week lang binnenkomen. Tijdens die week heb ik het formulier een keer of twee opnieuw gedeeld, om het vuurtje opnieuw aan te wakkeren. Uiteindelijk hebben 212 mensen het ingevuld. Het resultaat ziet u op de volgende kaartjes:
Uit deze kaarten blijkt:
- dat er hier onmiskenbaar sprake is van een noord-zuidverschil;
- dat er ook weinig wederzijds besef is van dat verschil.
Dat is uiteraard geen probleem voor de onderlinge verstaanbaarheid, maar het toont wel aan dat zelfs bij een groot woordenboek als Van Dale, dat nog steeds vaak geraadpleegd wordt om te kijken ‘hoe het hoort’, op dit vlak nog lacunes zijn. De kroost is namelijk niet fout omdat Van Dale het niet vermeldt. Van Dale is een beschrijvend woordenboek, en is dus per definitie niet compleet. Het geval kroost toont wel aan dat er lacunes zijn waar we ons niet altijd bewust van zijn. Het is een hele uitdaging om net deze variatie in onze standaardtaal op het spoor te komen en te beschrijven. Ik hoop hiermee een kleine bijdrage geleverd te hebben.
[overgenomen van de oude wordpress-blog taaldenker]
Toevoeging van 23/12/2018:
Intussen heb ik de combinaties ‘de kroost’ en ‘het kroost’ ook opgezocht in de SONAR-databank. Dat is een databank met duizenden Nederlandstalige teksten uit België en Nederland uit de periode 1954-2011. Deze opzoeking leverde het volgende resultaat op:
het kroost
de kroost
Ook hier is ‘de kroost’ duidelijk een zuidelijke vorm. ‘Het kroost’ is eerder noordelijk, maar ook bekend in het zuiden. Mogelijk is dit een recente ontwikkeling. Wordt in ieder geval vervolgd.
‘De / het kroost’, versie 2024 (aangevuld met de gegevens uit mini-onderzoekje 36).