Het einde van het jaar nadert, en dat betekent feesten, gezelschap en gezelligheid. Mensen sturen elkaar kaartjes met kerstwensen en wensen elkaar het allerbeste voor nu en later. Dat gebeurt doorgaans op dezelfde manier, je zou het clichés kunnen noemen. Maar wat zijn dan die wensen? En waarom zeg je eigenlijk wat je zegt – of schrijf je wat je schrijft? Welke keuze maak je en waar hangt dat van af?
Welke kerstwensen zijn er?
In 2017 zette ik een vragenlijst online waarin ik onder meer vroeg: ‘Wat zegt u met Kerstmis?’ De lijst leverde tot nu toe 553 antwoorden op en kan nog altijd worden ingevuld. Op basis van de eerste 358 antwoorden heb ik alvast een kaart gemaakt die een vrij goed idee geeft van wat er zoal gezegd wordt tijdens de periode rond Kerstmis. Niet vermeld op de kaart: zalige hoogdag (vijf keer vermeld voor Oost- en West-Vlaanderen).
Zalig, vrolijk, prettig en fijn
Hoewel er geen duidelijke grenzen zijn en veel wensen in het hele taalgebied gebruikelijk zijn, tekenen er zich toch enkele tendensen af: zowel de keuze van het bijvoeglijke als het zelfstandige naamwoord hangen af van de religieuze achtergrond van de spreker en/of van de ontvanger van de wens. Dat is vooral in Nederland erg duidelijk, omdat daar meer variatie is in religiositeit en respondenten er daardoor ook vaker expliciet melding van maken. Het gaat hier met name over de katholieke en de protestantse godsdienst. De andere laat ik in dit artikel buiten beschouwing, omdat ze voor dit verhaal niet relevant zijn.
Kerst- en feestdagen zijn in Nederland vooral fijn, in België en het zuiden van Nederland vooral zalig en vrolijk. Prettig zijn ze overal wel. Zalig en vrolijk komen ook wel voor aan de kust in Nederland, in Noord- en Zuid-Holland. Met name voor de concentratie van zalig en vrolijk in het zuiden vallen goed te verklaren. Vrolijk kerstfeest staat de Nederlandse versie van het Franse Joyeux Noel, iets wat wel vaker voorkomt in België. Dat zou ook de aanwezigheid van vrolijk kerstfeest in de regio van Noord- en Zuid-Holland kunnen verklaren. Dat is immers traditioneel de regio waar de koninklijke en andere adellijke families resideren, die heel lang (ook) Franstalig waren.
Zalig dan. Als je een kaart van Nederland met de verdeling van (overwegend) katholieken versus (overwegend) protestanten (gereformeerden en hervormden) legt naast onderstaande kaart, valt de gelijkenis meteen op. Als katholieken elkaar naar aanleiding van een religieuze feestdag het beste wensen, begint die wens heel vaak met zalig, gevolgd door de feestdag. Ook met Pasen gebeurt dat: zalige Pasen of zalig paasfeest is een typisch katholieke wens die je in het midden en noorden van Nederland amper zult horen.
Ook de kaart van de zelfstandige naamwoorden is heel divers. Toch is er een heel ruwe verdeling te zien: voor wensen met het concrete feest erin (kerstfeest, Kerst, Kerstmis, kerstdagen) moet je eerder in het zuiden zijn, voor het eerder algemene feestdagen, dagen in het midden en noorden van Nederland. Uitzondering is hier feesten, dat vooral voor de regio rond Antwerpen werd vermeld. Toch zijn ook in Nederland de verwijzingen naar Kerstmis vrij frequent. Hoe komt dat dan? Dat heeft alles te maken met het ingewikkelde kluwen dat de christelijke religie in Nederland is.
Katholiek en traditie
Belgen zoals ikzelf beseffen vaak niet hoe gevarieerd en complex het religieuze landschap in Nederland is. Ik was er heel lang van overtuigd dat vrijwel alle Belgen katholiek zijn en vrijwel alle Nederlanders protestants, dat die situatie ontstaan is na de Val van Antwerpen (1587) en de Contrareformatie en dat er sindsdien weinig is veranderd. Voor België klopt dat wel, voor Nederland niet helemaal. Om te beginnen is het zuiden van Nederland ook na die scheiding tot op de dag van vandaag overwegend katholiek gebleven. Het gaat hierbij met name over de provincies Noord-Brabant en (Nederlands-)Limburg, de ‘carnavalsprovincies’. Bovendien bestaat ‘de protestant’ niet, terwijl de katholieken wel een relatief homogene groep vormen.
Katholieken erkennen het gezag van de paus, het instituut de Kerk en haar gezagsdragers (priesters, bisschoppen). Ze zijn sterk hiërarchisch ingesteld en richt(t)en zich voor zowat alles op dat gezag: voor de tradities, de interpretatie van de bijbel, gedragsregels. Binnen de parochies en de dorpsgemeenschappen is er wel sociale controle, maar het model dat hierbij impliciet wordt gebruikt, is wel voor iedereen ongeveer hetzelfde. Daardoor zijn er relatief weinig verschillen tussen dorpen en parochies onderling wat betreft gebruiken en beleving. Ook de ontkerkelijking gebeurt in katholieke streken vrij homogeen: in geen enkele regio is de ontkerkelijking uitgesproken hoog of laag. Ten slotte heeft die ontkerkelijking niet zo’n grote invloed op het beleven van tradities. Die zijn immer zo sterk verweven met de algemene cultuur, zeker in het homogeen katholieke België, dat ook atheïsten zonder problemen Kerstmis vieren en elkaar een zalig kerstfeest toewensen.
Protestants, hervormd, gereformeerd
Het protestantisme daarentegen heeft zich in de 16de eeuw net van dat centrale pauselijke gezag afgekeerd. Protestanten beschouwen de Bijbel zelf als bron van alle gezag. De persoonlijke bijbelstudie en beleving is hierdoor erg belangrijk. Ook de structuur van de kerkelijke instituten, ‘synodes’, is veel minder hiërarchisch dan de katholieke, want de gezagsdragers worden door de kerkleden zelf verkozen. Dat betekent dat de leden zelf verantwoordelijk zijn voor hun religieuze beleving en dat hun eigen inbreng heel groot is. Ieders mening en visie is (ongeveer) gelijkwaardig. Daardoor zoeken gelijkgezinden elkaar ook makkelijker op en worden er sneller nieuwe gemeenschappen.
Als gevolg daarvan hebben er in Nederland met name in de 19de en 20ste eeuw heel wat schisma’s en weer verzoeningen plaatsgevonden. Naast de grootste kerkgenootschap, de Protestantse Kerk, zijn er nog heel wat afscheidingen en afscheidingen van afscheidingen. Uit deze situatie haalde Jan Terlouw zijn inspiratie voor de uitdaging van de schuifelende kerken van Uikumene in zijn boek Koning van Katoren.
Relatief bekend is ook de Nederlandse Bijbelgordel of Biblebelt: een strook dwars door Nederland waar vrij veel streng (’bevindelijk’) gereformeerden wonen. In die gemeenschappen speelt de kerk en de bijbel nog een centrale rol, maar dat betekent niet dat elke inwoner in die regio automatisch een bevindelijk gereformeerde is. De ontkerkelijking die in heel Europa plaatsvindt, gebeurt in deze regio ook, maar in een veel lager tempo. Onder meer daardoor zijn er in Nederland heel grote verschillen in religiositeit tussen de regio’s en mensen onderling. Dat aspect is ook aanwezig in de antwoorden op de vraag naar kerstwensen.
Religie en wensen
Nederlanders, en zeker de protestanten (of ‘christenen’, zoals ze zichzelf noemen), zijn zich veel bewuster van religiositeit, of de afwezigheid ervan. Tradities, feestdagen en wensen die vanuit de religie zijn geïnspireerd, behouden dan ook hun band met die religie. Met andere woorden: mensen die zichzelf niet als gelovig beschouwen en ‘niet aan Kerstmis doen’, zoals enkele respondenten zelf zeggen, nemen ook afstand van de wensen die naar het kerstfeest verwijzen. Als ze al iets zeggen – sommigen doen zelfs dat bewust niet – gebruiken ze het algemene feestdagen, dagen of feesten.
Verschillende respondenten uit Nederland melden dan ook dat ze bij hun wensen rekening houden met de vraag hoe belangrijk de ander religie vindt. Fijne/prettige kerstdagen zeggen ze tegen religieuze familieleden en vrienden, fijne/prettige feestdagen is voor mensen die niet religieus zijn. Ook een zeldzame respondent uit Leuven reserveert zalig kerstfeest expliciet ‘voor religieuze familieleden’.
Opvallend is ook het ironische gebruik van de religieus getinte wensen. Dat zien we in opmerkingen als ‘tongue in cheek’ (Noord-Brabant), ‘zaaaaalig wordt cynisch gerekt’ (Noord-Brabant), ‘ironische knipoog naar katholieke opvoeding’ bij zaaaaaalig Kerstmis (Groningen).
Prettige feesten ten slotte, een wens die vooral door mensen uit het Antwerpse wordt gemeld, klinkt volgens een van de respondenten vlotter dan het obligate zalig kerstfeest. Ook dat kunnen we als een subtiel teken van ontkerkelijking beschouwen.
En nu praktisch
Met prettige en fijne feestdagen kun je tussen Kerstmis en Nieuwjaar overal in België en Nederland terecht. Niemand zal ervan opkijken. Als je je wens met zalig begint, maak je jezelf bekend als katholiek – of je denkt dat de ontvanger katholiek is. In het zuiden van het taalgebied is dit heel normaal, in het midden en het noorden en oosten valt het wel op. Als je het woord Kerst gebruikt, al dan niet in een samenstelling, kom je bij sommige Nederlanders mogelijk religieuzer over dan je eigenlijk bedoelt. Cultuurverschillen zitten hem soms in de kleine dingen.