De cello. Het instrument kent iedereen wel: dat grote instrument dat op een viool lijkt, en tussen de benen van de muzikant staat. Maar de uitspraak, dat is een andere zaak. Er zijn namelijk een aantal varianten in de omloop die druk met elkaar concurreren. Nou ja, wat is druk? Het woord is een nichewoord: het wordt vooral gebruikt door degenen die het ding gebruiken en degenen die ernaar luisteren. Muzikanten en muziekliefhebbers dus, meer bepaald uit de hoek van het middelgrote snaarinstrument. In die hoek leeft de discussie wel degelijk, zoals een blog van Milfje enkele jaren geleden al liet zien. Beide Milfjes – Sterre Leufkens en Marten van der Meulen, zijn immers naast jolige aanstormende taalkundigen ook muzikanten. In het woord cello komen die twee passies mooi samen.
Hoe Hoort Het?
Maar vandaag is het topic cello wel (een beetje) trending, zoals dat heet. En dat heeft alles te maken met de Koningin Elisabethwedstrijd. Die prestigieuze wedstrijd voor klassieke muziek kent namelijk dit jaar, 2017, haar eerste editie voor … u raadt het nooit … cello!* Ja, en dan wordt daar natuurlijk over gesproken, ook door mensen, zelfs reporters die doorgaans niet aan middelgrote snaarinstrumenten doen. En zo wordt de vraag hoe je dat woord nu dient uit te spreken plots erg actueel.
Persoonlijk vind ik dat een saaie vraag: Hoe Het Hoort. Het antwoord daarop is immers vrij simpel: je consulteert een Gezaghebbende Bron, en doet wat die zegt. Klaar. Protest? Dat smoor je in de kiem met dezelfde Gezaghebbende Bron.
Wat zeggen we echt?
Wat mij betreft zegt u wat u wilt. Tenzij u radio- of televisiereporter bent en er afspraken gemaakt zijn over die uitspraak, dan houdt u zich daar natuurlijk beter aan. Zelf vind ik het veel interessanter om uit te zoeken en te beschrijven wat mensen nu echt zeggen, en of ze op de ene plek iets anders zeggen – of zelfs een andere voorkeur hebben – dan op de andere plek. Omdat ik het snel wilde weten (en ook niet al te regionaal gebonden variatie verwachtte) gooide ik de vraag op Twitter en Facebook. Dit is het resultaat:
Kort samengevat:
- België en Nederland hebben eigen voorkeuren. Elk land heeft ook zijn eigen varianten en variatie.
- In Nederland is sello de belangrijkste variant, die tevens ook als de ‘goede’ wordt beschouwd. Dat blijkt ook uit de opmerkingen: geleerd van leraar, zo hoort het, het andere is ‘pedant’. Op de tweede plaats staat tsjello, soms vermeld als mogelijkheid naast sello. Als er bedenkingen of opmerkingen zijn over een variant, gaan die meestal over tsjello. Heel sporadisch en verspreid over het land duiken ook tsello en tjello op.
- In België is sjello overduidelijk de overheersende uitspraak. Sello komt ook voor, maar enkel bij muzikanten die ooit, soms zelfs recent, geleerd hebben dat het eigenlijk Zo Hoort. Tsjello is even zeldzaam in België als tsello en tjello in Nederland.
- Er is geen enkele regio die een andere voorkeur heeft dan wat in het algemeen de belangrijkste variant is.
AANVULLING 20 AUGUSTUS 2020
Op 14 januari 2020 heb ik in mini-onderzoekje 19 gevraagd naar de uitspraak van het woord ‘cello’. De kaart hieronder is op die antwoorden gebaseerd en geeft een nauwkeuriger beeld:
België – Nederland
Dat is best opvallend. Niet zozeer het feit dat ook bij uitspraak de rijksgrens een taalgrens is – dat gebeurt wel vaker – maar vooral dat Vlaanderen, dat doorgaans heel gehoorzaam Gezaghebbende Bronnen volgt, een variant bezigt die niet ergens vermeld staat.
Gezaghebbende Bron 1, Van Dale, geeft sello en tsjello, met Nederlandse en Belgische uitspraak, het Algemeen Nederlands Woordenboek (de opvolger van het WNT) enkel tsjello.
Voor Gezaghebbende Bron 2, de Taaltelefoon, staan sello en tsjello op dezelfde hoogte. Over sjello geeft ze geen advies.
De VRT tenslotte als Gezaghebbende Bron 3 geeft de voorkeur aan sello. Ook de VRT vermeldt de typisch Belgische uitspraakvariant sjello niet.
Waar komt sjello vandaan?
Het meest intrigerende aan de zaak is dat er ook geen ‘logische’ verklaring is voor de Belgische variant sjello.
- Sello is immers de normale Nederlandse spellinguitspraak: een c voor een e wordt als s uitgesproken. Voor een keer doen de Vlamingen daar dus niet aan mee.
- Bij tsjello is dan weer de oorspronkelijke Italiaanse uitspraak overgenomen, net zoals dat in het Duits en het Engels het geval is.
- Dan zal die sj wel uit het Frans komen? Nee, ook niet. Het Franse woord voor cello is violoncelle, en dat wordt netjes met een s uitgesproken. De enige aannemelijke verklaring is een pseudo-Latijnse, of in dit geval misschien pseudo-Italiaanse uitspraak, genre polietiesjie (politici) en akademiesjie (academici). Maar daarmee verschuiven we de vraag eigenlijk, want wie is er ooit met die pseudo-Romeinse sj begonnen?
[AANVULLING 12 MEI 2018]
De kwestie sjello bleef me intrigeren. Daarom peilde ik gisteren via dezelfde kanalen, Twitter en Facebook, naar de uitspraak van ‘limoncello’: ook een ontlening uit het Italiaans met dezelfde tsj-klank. Ik was benieuwd of limonsello (met een s in het midden, zoals sello) een optie was. De vraag is niet zo vaak beantwoord als de cello-vraag, maar wel voldoende om een beeld te vormen:
- De meest voorkomende uitspraak is limontsjello (53 keer)zoals in de brontaal. Voor België heb ik enkel meldingen voor deze uitspraak gekregen, maar het waren er niet zoveel.
- Op de tweede plaats komt limontjello, zonder s-klank dus. Dat die s-klank er niet is, wordt ook enkele keren nog expliciet gezegd. Opvallend: van de 12 meldingen komen er 5 uit Utrecht. De andere zijn uit Noord-Holland, Gelderland, Noord-Brabant en Friesland. Drie melders hebben geen provincienaam opgegeven. De uitspraak tj lijkt dus vooral centraal-Nederlands te zijn.
- Limonsello wordt twee keer gemeld, limonsjello één keer. Die laat ik buiten beschouwing.
In dit woord is de uitspraak – in tegenstelling tot de dominante Nederlandse sello-uitspraak, wel met het woord mee ontleend. Enkele respondenten vonden dat zelfs heel inconsequent van zichzelf. Limonsjello, met sj, is niet echt een optie. Tussen de nasale n-klank en de fricatief sj wordt automatisch een t-achtige klank tussengevoegd. Zowel bij de n als de sj rust de tong tegen de tandkassen of het alveolum. Tijdens de overgang van de ene klank naar de andere krijg je een korte stop, en produceer je onbewust de alveolaire plofklank, de t. Vandaar dus ook limonTsjello en niet limonsjello. De originele Italiaanse uitspraak wordt ondersteund door de manier waarop we klanken vormen.**
Terug naar de cello. Hoewel tsjello perfect bruikbaar en uitspreekbaar is als leenwoord, komt de tsj amper voor als beginklank in het Nederlands. Sj komt veel vaker voor: sjaal, sjouwen, sjacheren, sjerp, sjees, sjiek, sjoelbak, sjokken, … Mogelijk is de meer Nederlandse uitspraak sjello in de plaats van het ‘vreemd’ klinkende tsjello gekomen toen het woord helemaal was ingeburgerd. Waarom dat dan enkel gebeurde in Vlaanderen en niet in Nederland, is weer een ander mysterie.
[AANVULLING 24 APRIL 2022]
Deze kwestie kwam in het aprilnummer van 2022 van Onze Taal terecht onder de rubriek Wat zeggen ze waar? Dat korte artikel was de aanleiding voor de heer Guy Tops om me aanvullende informatie te geven over de verspreiding van de sj-klank (sjaal) versus de combinatie s+j in België en Nederland. Zijn observaties blijken mijn theorie over de Vlaamse sjello-uitspraak te bevestigen.
Als je hier klikt, kun je zijn reactie als pdf lezen en downloaden.
*De andere edities zijn piano, viool en zang
**Met dank aan fonoloog Marc van Oostendorp voor zijn deskundige uitleg
Ter aanvulling, in maart deden wij in onze taalnieuwsbrief deze uitspraak in de zaak cello: http://emarketing.dissplayonline.com/t/ViewEmail/t/B624116E35C7672E/C573121D08FA8AA7D9767B6002735221
Klopt. Die link zit hier ook al achter ‘Het meest intrigerende aan de zaak is dat er ook geen ‘logische’ verklaring is voor de Belgische variant sjello.’ 🙂
‘Angleichung’ aan woorden als ‘sjoemelen, sjacheren, sjabloon…’?
Dat lijkt mij ook de meest plausibele verklaring. Dus /s/ als spellinguitspraak, /tsj/ als ontleende uitspraak uit de brontaal en /sj/ als Angleichung.
Met alle respect: het is een van oorsprong Italiaans woord, en dient dan ook /tsjelo:/ uitgesproken te worden. Het “noordnederlands” staat niet bekend om respect voor leenworden, sudderans is een schoolvoorbeeld…
Mijn opzet is taalgebruik beschrijven, niet oordelen of voorschrijven hoe het hoort of zou horen. Daarover valt te discussiëren, zoals al duidelijk bleek toen ik de vraag op Twitter stelde. Hoe interessant die discussie ook mag zijn, dat is niet het opzet van dit artikel.
Ik begrijp dat hetgeen volgt niet de opzet is van dit artikel, maar bovenstaande reactie herinnert me aan iets geweldigs. Ooit hoorde ik een Nederlander op een terrasje in de Ardennen een “sjuderrans de pommes” bestellen. Letterlijk uitgesproken zoals ik het schreef, dus inderdaad “pom-mes” met twee lettergrepen 😀
In heel Europa zegt men „tsjello“, zoals het oorspronkelijke(!!) italiaanse woord klinkt of hoort te klinken, muv. Fr en NL.
Lijkt me geen verdere discussie meer wasrdig.
C voor e is in het Italiaans nu eenmaal „tsj“, dat moet men in NL nu eindelijk maar eens accepteren.
Zoals ik al eerder zei bij de reactie van Chuck Winter, is mijn opzet taalgebruik beschrijven en niet oordelen of voorschrijven hoe het hoort of zou horen. Dit is dus niet eens een discussie, laat staan een ‘verdere’ discussie.