Oudjaar wordt in Nederland traditioneel gevierd met … oliebollen. Een typisch gerecht dat in Vlaanderen ook wel bekendstaat onder de naam smoutebollen. Maar gaat het hier wel over hetzelfde? En wanneer kun je ze waar vinden?
Oliebollen
Laten we beginnen met de oliebollen. De naam zegt het al zelf: het gaat hier over bollen beslag die in olie gefrituurd worden. Zo eenvoudig kan etymologie zijn. De herkomst van de oliebol zelf is minder duidelijk. In kookboeken uit de zestiende en zeventiende eeuw is er bijvoorbeeld sprake van oliekoeken: een soort beslag dat in een pan raapolie werd gebakken. Daar werd dan roggebrood of appel aan toegevoegd om de sterke smaak van de raapolie wat te neutraliseren. Uit de beschrijving blijkt wel dat er toen nog niet zoveel olie werd gebruikt als vandaag, waarschijnlijk omdat olie vroeger veel duurder was dan nu. In ieder geval waren die oliekoeken ook toen heel populair tijdens de midwinterperiode, omdat ze door het vet zo voedzaam waren. Ideaal voor tijdens het koude seizoen wanneer mensen amper vers voedsel ter beschikking hadden. De naam oliebollen komt pas vanaf de negentiende eeuw stilaan naast en in de plaats van oliekoeken in gebruik.
Tegenwoordig worden in de plaats van raapolie andere soorten plantaardige olie gebruikt die neutraler van smaak zijn. De oliebollen in Nederland worden wel nog steeds vaak gevuld. Meestal is dat met krenten, soms ook met stukjes appel.
Smoutebollen
Als je in Vlaanderen zin hebt in smoutebollen, moet je naar de kermis. Geen kermis zonder smoutebollen- of oliebollenkraam. Over de herkomst van de Vlaamse smoutebollen is nog minder te vinden dan over de Nederlandse oliebollen. Uit de naam zelf blijkt dat ze oorspronkelijk in smout gebakken werden. Dat is een andere naam voor reuzel of varkensvet. Tegenwoordig worden ze, net zoals friet, gefrituurd in ossenwit of in plantaardige olie. Vlaamse kermissmoutebollen zijn bijna nooit gevuld. Ze worden wel altijd kwistig bestrooid met poedersuiker. De naam smoutebol is, net zoals oliebol, negentiende-eeuws.
Het huidige verschil tussen de Nederlandse oliebol en de Vlaamse smoutebol is dus niet het vet waarin ze gefrituurd worden, maar de periode wanneer ze gegeten worden (winter in Nederland, kermisseizoen in Vlaanderen) en de aan- of afwezigheid van vulling.
Als je de kaart goed bekijkt, zie je dat in Vlaanderen ook het woord oliebollen wordt gebruikt. Zijn dat dan Nederlandse oliebollen, of is het een ander woord voor de Vlaamse ongevulde smoutebollen? Hierover geven de opmerkingen van de ijverigste informanten meer duidelijkheid: het verschil zit niet in het recept, maar in het taalregister. Met andere woorden: smoutebollen is het informele, regionale, dialectische woord, oliebollen het schrijftalige, formele woord. Of het woord dat men gebruikt in gesprekken met Nederlanders. Smoutebolachtige lekkernijen met appel- of krentenvulling heten in Vlaanderen doorgaans beignets.
Poefelen
Enkele Nederlands-Limburgse informanten kwamen ook met de naam poefelen. Dat is een typische carnavalstraktatie uit die regio. Ze lijken heel sterk op oliebollen of smoutebollen, maar het recept is niet helemaal hetzelfde. Het meest opvallende verschil tussen poefelen, die ook wel strikken, nonnevotten of nonnekonten genoemd worden, en oliebollen of smoutebollen, zit hem in de vorm: het zijn geen ronde bollen, maar gefrituurde gebakjes in de vorm van een strik. Die vorm verwijst naar de strik waarmee de nonnen die de gebakjes introduceerden hun schort op hun rug, boven hun kont, vastbonden. De nonnen in kwestie waren Franciscanessen uit Sittard. Zij deelden deze gebakjes uit aan mensen die oude kleren en andere spullen bij hen binnenbrachten voor de armen. Hoewel poefelen dus sterk op oliebollen of smoutebollen lijken, zijn ze toch niet helemaal hetzelfde.
Allemaal lekker
Of ze nu in ossenwit, smout of olie gebakken zijn, met en zonder vulling, als bol of in strikvorm: al deze gebakjes zijn een heerlijke traktatie uit de Lage Landen. In de winter zijn ze een culinair oudejaarshoogtepunt in Nederland, in de rest van het jaar kun je ze op Vlaamse (en Nederlandse) kermissen degusteren. En als je eens een speciale versie wilt, ga dan eens carnaval vieren in Nederlands-Limburg en geniet van de fameuze poefelen. Of wat plastischer: nonnenkonten.