De Belg zegt friet en de Nederlander patat. Dat dacht deze Belg toch, tot eind augustus Twitter beheerst werd door #teamfriet en #teampatat. Ja hoor, er loopt een friet-patatgrens door Nederland, vakkundig door dialectoloog Jan Stroop vastgelegd in de jaren zeventig. En blijkbaar is die grens nog heel aanwezig in Nederland. Daarom sprong ik meteen mee in de discussie en startte ik een friet-patatonderzoekje op. En meteen ook een patat-aardappelenquête. Met in het achterhoofd de volgende vragen: liggen die grenzen nog op dezelfde plaats, en worden die woorden wel als dialect beschouwd? Is het niet gewoon Nederlands?
De eerste frietgrenskaart
Even kaderen. In 1972 legde de bekende dialectoloog Jan Stroop de correspondenten van het Meertens Instituut de volgende vraag voor: ‘Hoe noemt men in uw dialekt de staafjes aardappel die in vet gebakken en ook wel in zakjes verkocht worden?’ Het was hem immers opgevallen dat die fameuze staafjes in het noorden van het land anders werden genoemd dan in het zuiden. Hij had gelijk, en het leverde het Meertens Instituut de bekende friet-patatkaart op. Stroop duidde meteen ook de patat-aardappelgrens aan op de kaart [afbeelding]. In 2005 wijdde Stroop een artikel aan de herkomst van de patates frites en van de grens tussen friet en patat.
#teamfriet versus #teampatat
Sindsdien is friet een woord waarmee met name de Brabander zich met een zekere trots onderscheidt van zijn landgenoten. Een echt sjibbolet, zoals dat heet:
Dit blijkt ook uit de levendige twitterdiscussie, die een maand later nog steeds aan de gang is:
Beide partijen zijn blijken ook vaak rotsvast overtuigd dat er maar 1 variant juist is. De hunne (uiteraard):
En als de andere partij niet toegeeft, laaien de emoties wel eens hoog op:
Het werd een echte wedstrijd, met winnaars en verliezers:
De friet-patatgrens vandaag
Zoals gezegd heb ik eind augustus van de hype gebruik gemaakt om na te gaan of de grens intussen verschoven is en of de termen echt als dialectwoorden worden beschouwd. Op Twitter ging het weliswaar alleen over friet en patat, maar volledigheidshalve wilde ik ook weten hoe de aardappel wordt genoemd. De benamingen voor deze twee zaken zijn immers heel nauw met elkaar verbonden. Ik toonde twee afbeeldingen en vroeg de respondenten hoe ze die zaken noemden. Hierbij gaf ik een aantal suggesties.
Friet of patat?
175 mensen, verspreid over het hele taalgebied, vulden de enquête in. Voor de ‘gefrituurde aardappelstaafjes’ leverden hun antwoorden de volgende kaart op:
In vergelijking met de kaart van Jan Stroop blijkt de frietgrens wat vervaagd, maar niet ten voordele van patat. Friet heeft het hele zuiden van Nederland ingepalmd, en staat in de Hollandse provincies naast patat. Opvallend, maar niet nieuw. Jan Stroop meldt immers bij de gegevens uit 1972: ‘In de Randstad en elders worden petat en friet dan wel niet door elkaar gebruikt maar zeker wel náást elkaar. En snackbars in Amsterdam die voorgeven kwaliteit te bieden, gebruiken zelfs de Vlaamse benaming frieten of nog duidelijker Vlaamse frieten, alsof er ook Hollandse frieten zouden zijn.’ Friet(en) is dus kwaliteits-patat.
De tweedeling patat = noorden van Nederland is friet = zuiden van Nederland + België blijkt niet helemaal te kloppen. Op de kaart wordt een tweede grens zichtbaar, namelijk die van friet versus frieten. Ook die grens is te zien op de kaart met de oude gegevens. Stroop zegt hierover: ‘Dat de gedachte aan friet gemakkelijk de gedachte aan iets meervoudigs opriep, ligt nogal voor de hand. Dat meervoudsgevoel werd op den duur zo overheersend dat friet binnen de kortste keren een meervoudsvorm aannam:frieten. Dat is in het zuiden de gangbare vorm geworden.’
Frit en fritten heb ik toegevoegd omdat ik die woorden zelf uit mijn kindertijd kende. Ik woonde in het westen van Belgisch-Limburg, en wij gingen altijd fritten halen. Pas toen ik in Hasselt (midden van Belgisch-Limburg) naar school ging, leerde ik de variant frieten kennen. Later hoorde ik Antwerpse Kempenaars wel eens over frut praten. Voldoende aanleiding dus om deze variant apart op te vragen. Op de kaart wordt duidelijk dat maar een beperkte groep mensen deze variant heeft aangeduid. Uit officieuze opmerkingen maak ik op dat de variant zelf bekender is dan de kaart doet vermoeden, maar dat ze wel als dialect wordt beschouwd. Hoewel niet altijd, zo blijkt uit de naam van deze frituur in Diest (Vlaams-Brabant, tegen Limburg):
Ook op Twitter blijkt frit gebruikelijk in Oost-Vlaanderen, Antwerpen, Vlaams-Brabant en Belgisch-Limburg.
Op de kaart van Stroop komt in België nog een variant voor: patates frites. Ondanks het feit dat ik zelf expliciet naar deze variant gevraagd heb, hebben maar twee respondenten die ook aangekruist. Het lijkt er dus op dat die intussen helemaal verdwenen is.
Aanvulling 05.07.2021: Dit jaar heb ik de vraag naar de naam van het gefrituurde aardappelstaafje opnieuw opgenomen in het 28ste mini-onderzoekje (2021). Ik heb de kaart opnieuw gemaakt, aangevuld met de gegevens van 541 informanten. De kaart is wat gevulder en genuanceerder, maar het algemene beeld blijft wel overeind.
Patat versus aardappel
De antwoorden op mijn tweede vraag, die naar de grondstof van de friet/patat, leverde deze kaart op:
Wat blijkt? Het woord aardappelen (gesuggereerd) werd in het hele taalgebied aangekruist, dus ook in Vlaanderen. Maar toch wordt ook het gedoodverfde tussentaal-/dialectwoord patatten in Vlaanderen vaak aangekruist. De opmerkingen van de respondenten geven wel de nodige nuance: een aantal respondenten geeft zowel aardappelen als patatten als antwoord, en merkt dan op dat patatten het dialectwoord is. Die woorden hebben dus niet dezelfde status.
Het gesuggereerde woord piepers werd maar negen keer aangekruist, vrijwel elke keer met een opmerking als ‘dialect’ of ‘schertsend bedoeld’. Daarom, en omdat de antwoorden heel verspreid voorkwamen, heb ik die antwoorden niet op de kaart opgenomen. Geen enkel antwoord kwam uit Vlaanderen.
Opvallend bij deze vraag is het aantal mensen dat zelf het alternatieve meervoud aardappels opgaf. Op eentje na zijn al deze antwoorden afkomstig uit Nederland. Het is een van de vele voorbeelden van een (mogelijk) noord-zuidverschil. Het is immers niet het enige voorbeeld van een meervoud dat in het noorden een uitgang op –s krijgt en in het zuiden een uitgang op –en (of omgekeerd).
Conclusie
Het kaartbeeld gebaseerd op gegevens van 1972 is anno 2015 amper veranderd. Patates frites is verdwenen, en aardappel is doorgedrongen in Vlaanderen, maar heeft de patatten niet verdrongen. Friet is met recht en reden een regionale identiteitsmarker voor de zuidelijke Nederlanders. Het overstijgt het lokale, zonder tè algemeen-standaard te worden. Op hun beurt onderscheiden ze zich van hun zuiderburen door niet voor het meervoud frieten te kiezen.
Is het dan nieuw dat friet en patat geen van beide als dialect wordt beschouwd (tenzij iemand anders de ‘andere’ variant gebruikt)? Zelfs dat niet. Ik citeer opnieuw uit het artikel van Jan Stroop: ‘De praktijk leert dat alle twee de benamingen Algemeen Nederlands zijn.’
1-1 voor #teamfriet en #teampatat.
Pingback: Vlaamse wilde het weten: waar friet, waar patat
Pingback: Over friet en patat | Stichting Nederlandse Dialecten