Hoe spreek je het woord ‘euforie’ uit: met de eu van leuk of de ui van luik? Het antwoord op deze vraag hangt af van twee zaken:
- Ben je Belg of Nederlander?
- Als je Nederlander bent: tot welke sociale klasse behoor je en/of heb je een opleiding klassieke talen gehad?
Als je Belg bent, is het antwoord met zekerheid: met de eu van leuk. Klaar.
Als je Nederlander bent, hangt je antwoord af van je opleiding in het voortgezet onderwijs en – dit horen sommige mensen niet graag – van je sociale klasse. Dat laatste heeft ook gevolgen voor de connotatie die bij de uitspraak ‘ui’ hoort. Daar kom ik nog op terug.
Stel je voor: je bent Nederlander, komt uit de hogere middenklasse en hebt een gymnasiumopleiding gevolgd. Dan spreek je over uiforie en niet over euforie. Je laat hiermee zien dat je weet dat dit woord van Griekse oorsprong is en dat je weet dat die Oud-Griekse ευ een tweeklank is. Hetzelfde geldt voor therapeut, pseudoniem, eunuch, euthanasie, eufemisme en nog enkele andere woorden. Een heel beperkte set woorden dus. Wat is hier aan de hand?
Grieks?
Het gaat hier dus over een klein aantal woorden die zijn allemaal op de een of andere manier een Oud-Griekse oorsprong hebben. Sommige zijn leenwoorden uit het klassieke Grieks (zoals euforie), andere zijn veel later ontstaan maar hebben een Oud-Griekse wortel (zoals therapeut). ‘Ah,’ hoor ik je denken, ‘de verklaring is simpel: bij die woorden is de Oud-Griekse uitspraak mee ontleend of overgenomen?’ Geen zorgen als je zelf ooit Oud-Grieks hebt gestudeerd en je je niet kunt herinneren dat de uitspraak van ευ ui is. Je hebt gelijk: die ευ werd in die tijd helemaal niet als ui uitgesproken. Ze klonk eerder als ee-oe of (ew). De naam van de Griekse oppergod spreek je dus uit als (zews) en niet als (zuis) of (zeus).
En nu wordt het interessant. Waarom spreekt die Nederlander met zijn gymnasiumopleiding dan over zijn uiforische terapuit en niet over een euforische therapeut of zelfs ewforische therapewt? Daarvoor moeten we naar Duitsland én naar het onderwijs. Historisch linguïst Marijn van Putten heeft er in augustus 2020 een uitgebreid en overtuigend Twitterdraadje aan gewijd.
Duits
Veel tweeklanken in het Nederlands zijn relatief recent. Met ‘recent’ bedoel ik: hooguit een paar honderd jaar. Hetzelfde geldt voor tweeklanken in het Duits. Zo werd de oorspronkelijke tweeklank die we als ‘eu’ schrijven in het Duits als een ew-achtige klank uitgesproken, net zoals in het Grieks. In de middeleeuwen moesten studenten die klassieke talen leerden teksten hardop lezen. Zo leerden ze die teksten uit het hoofd en leerden ze ook de verwachte uitspraak. Maar in de loop van de middeleeuwen evolueerde de uitspraak van die tweeklank ‘ew’ in het Duits naar ‘oi’. Die evolutie bleef niet beperkt tot oorspronkelijk Duitse woorden, zoals dewtsj (Duits) dat je nu als doitsj uitspreekt. Ze schemerde ook door in de voorgelezen klassieke teksten in het Grieks. En in leenwoorden uit datzelfde Grieks.
Het Nederlandse gymnasium
Nederland heeft vermoedelijk op een gegeven moment die Duitse voorleescultuur van klassieke talen overgenomen, inclusief de (oi)-klank die er toen al in zat. Mogelijk gebeurde dat tijdens de reformatie, de tijd van Erasmus en Luther (die elkaar kenden en een tijdje met elkaar gecorrespondeerd hebben). Maar in tegenstelling tot het Duits is de (oi) in het Nederlands zelf geen gebruikelijke tweeklank. Daardoor is die op zijn beurt opgeschoven naar de Nederlandse tweeklank die er het sterkst op lijkt: de ui. En tadaaa, zo zijn uiforie en terapuit ontstaan.
Toch bij mensen die een opleiding in klassieke talen gevolgd hebben en die komen doorgaans uit de hogere sociale klasse. Dat heeft dan weer tot gevolg dat die ui-uitspraak geassocieerd wordt met de hogere sociale klasse. De spreker laat zo bewust of onbewust zien dat hij weet hoe het hoort en dat hij een ontwikkelde mens is.
België en het Frans
En wat nu met de Belgen uit de hoge middenklasse die dezelfde klassieke opleiding genoten hebben? In België is die Duitse voorleescultuur nooit aanwezig geweest. De taal van de hogere klasse en dus ook van de hogere opleidingen, onder meer die voor priester, was het Frans. En in de Franse traditie werd die Oud-Griekse ευ als eu uitgesproken, zeker in leenwoorden en nieuwvormingen op basis van die Griekse wortels. Daardoor kwam in België niemand ook maar op het idee om de eu in euforie en therapeut anders uit te spreken dan al die andere eu’s, zoals die van deur en leuk. Waarom ook? Ze konden zich toch al van het plebs onderscheiden door Frans te spreken.
Weten we het zeker?
Dit klinkt allemaal heel aannemelijk en logisch, maar toch moeten we een slag om de arm nemen. Er zijn nog steeds wat losse eindjes. Om te beginnen weten we helemaal niet zeker wanneer die uitspraak van de (oi) in het Duits en de (ui) in het Nederlands ontstaan zijn. Dat moet ergens in de zestiende-zeventiende eeuw zijn, maar aangezien er in die tijd geen opnameapparatuur bestond, moeten we het doen met geschreven bronnen en hopen dat die accuraat zijn.
Bovendien geldt die ui–eu-variatie maar voor een heel kleine groep woorden. Sommige woorden van Griekse oorsprong worden ook voornamelijk of zelfs uitsluitend met de verwachte Nederlandse (eu) uitgesproken, bijvoorbeeld eucalyptus, leukemie, Europa, euro en zelfs eureka.
Een bijzonder geval is het woord ‘eunuch’. Bij dat woord varieert niet alleen de uitspraak van de eu, maar ook het woordaccent. Christopher Bergmann heeft die kwestie in juni 2020 uitgebreid beschreven op zijn blog.
De kaart ‘euforie- uitspraak’ verscheen voor het eerst in het aprilnummer van Onze Taal 2021 op p. 26