De balpen: een prequel

 

‘Oud’ modern

Met mijn zevende mini-onderzoekje wilde ik de verspreiding onderzoeken van de benamingen voor ‘moderne’ begrippen, dat wil zeggen begrippen die pas na de Tweede Wereldoorlog in gebruik waren gekomen. Dat soort variatie was immers amper onderzocht, omdat variatielinguïstiek heel lang gericht was op het verzamelen, beschrijven en onderzoeken van traditionele dialectwoordenschat. Die stond immers ook toen al zwaar onder druk, er was dus haast bij. Het ABN bevatte in principe geen variatie – het was immers de standaardtaal – en dus ging ik ervan uit dat er naar nieuwe begrippen ook geen onderzoek werd gedaan.

Daarom was ik ook zo verrast toen ik in het dialectarchief van Leuven de licentiaatsverhandeling (nu: masterscriptie) aantrof van Emmanuel De Rons uit 1972, met als titel Moderne naamgeving in de Zuidnederlandse dialecten.

Het misleidende woordje ‘naamgeving’ betekent hier niet ‘voornaamgeving’, maar de benamingen voor nieuwe begrippen. Het zijn er een twaalftal, waaronder – u raadt het nooit – de balpen. Ik besloot mijn eigen gegevens uit 2016 naast die uit deze verhandeling van 1972 te leggen.

De balpen in 1972

Kaart Balpen in 1972

bic (rode driehoek), stylo (vierkant), biro (gele driehoek), penne (verticaal staafje), schrijfstok (ruit), stift (omgekeerde driehoek), kogelpen (horizontaal staafje)

De kaart in deze verhandeling bevat de volgende trefwoorden: bic, stylo, biro, penne, schrijfstok, stift en kogelpen. Dat zijn er wel wat meer dan de pen, balpen, bic en stylo op mijn kaart (ik tel balpoint niet mee omdat dat woord enkel in Nederland voorkomt). balpenOver penne en stift zegt De Rons het volgende: ‘Deze bic-enquête is voor onze studie ook nog belangrijk omdat wij er woorden in terugvinden die ook in onze enquête opduiken en waarvan wij aanvankelijk vermoedden dat het om foutieve opgaven ging. Het betreft hier vooral de woorden penne en stift.’ (De Rons, 6) De ‘bic-enquête’ waarvan hier sprake is een onderzoek dat de firma Bic kort voor deze licentiaatsverhandeling had uitgevoerd. De hoofdvestiging van Bic-Benelux lag toen en ligt nog steeds in Brussel, en Bic had zelf via enkele interviews in diverse steden in België laten onderzoeken hoe mensen de wegwerpbalpen noemden. Overal bleken de woorden bic en stylo met elkaar te concurreren en had bic de overhand, ook in Wallonië (Luik en Charleroi). De enige uitzondering was Gent. Naast bic en stylo kwamen in dat onderzoek dus ook de wat ouderwetse benamingen penne en stift voor. Van die twee is stift in 2016 verdwenen – waarschijnlijk omdat intussen met dat woord een ander voorwerp wordt bedoeld. Penne is gewoon pen geworden en het woord heeft aan populariteit gewonnen.

Toch nog biro

Opvallend op de kaart van De Rons is het woord biro, dat in 2016 helemaal afwezig is.

Ik verwonderde me er al over in mijn vorige artikel, en uit een reactie hierop blijkt dat het woord in West-Vlaanderen toch op zijn minst in gebruik is geweest. Zo ook op deze kaart: biro wordt heel sporadisch vermeld, vooral in West-Vlaanderen. De Rons vertelt zelf dat zijn onderwijzer in het eerste en tweede leerjaar hen verbood met een biro te schrijven. Dat was in het Brusselse, in de jaren 1951-1952 (De Rons, 8). Op dat moment was dat woord dus in die regio ook nog bekend. Waarschijnlijk heeft het met de opkomst van de veel goedkopere bic, de vestiging van Bic-Benelux in Brussel en de uitgebreide reclamecampagnes van dat merk uiteindelijk toch het onderspit moeten delven. Opvallend is wel dat het woord blijkbaar in West-Vlaanderen het langst heeft standgehouden.

Bic en stylo

De onbetwiste winnaars in ons spelletje namen noemen voor de balpen blijven overduidelijk bic en stylo. Maar ook hier is er een en ander verschoven. De Rons ging er in 1972 van uit dat stylo het oudste woord was dat rond 1946-1947 met het voorwerp mee ontleend was uit het Frans en stelde vervolgens vast:

‘Een blik op onze kaart is voldoende om vast te stellen dat bic het woord in expansie is. We kunnen spreken van een geografische of horizontale expansie vanuit centraal Brabant in westelijke en oostelijke richting, alsook van een verticale expansie of een expansie van bovenuit, die aan de reclame toe te wijzen is.’ (De Rons, 3).

Hij baseert zich hierbij op zijn eigen enquêtes, de Bic-enquête en het feit dat Bic erg aanwezig is in de reclame.

Als we de kaart uit 2016 bekijken, kunnen we vaststellen dat die expansie op een gegeven moment niet alleen tot stilstand is gekomen, maar zelfs een beetje is teruggedraaid. Waar bic in 1972 al hier en daar vermeld wordt in West-Vlaanderen en Limburg, is het woord intussen weer uit die provincies verdwenen. Bic is nu een bij uitstek Brabants woord, stylo is nog steeds (of opnieuw?) in het hele zuidelijke deel van het taalgebied gebruikelijk.

Hoe uniek is De Rons?

Moderne naamgeving in de Zuidnederlandse dialecten

Emmanuel De Rons: Moderne naamgeving in de Zuidnederlandse dialecten, Leuven 1972.

In het dialectarchief van de KU Leuven liggen naast duizenden ingevulde dialectvragenlijsten ook nog tientallen dialectologische en naamkundige licentiaatsverhandelingen uit de jaren twintig tot de jaren negentig van de vorige eeuw. De meeste dialectologische verhandelingen zijn fonologische, syntactische en lexicografische beschrijvingen van één specifiek dialect of een regio, of ze behandelen de woordenschat rond een bepaald thema, zoals de molenaarswoordenschat, kinderspeelgoed en dergelijke. Daarom is deze verhandeling uniek: in geen enkele andere Leuvense verhandeling staan moderne begrippen centraal.

Naast de balpen heeft De Rons ook de benamingen voor de volgende begrippen onderzocht: de benzine, de bumper, het spatbord, de koelkast, de stofzuiger, de buitenspeler (voetbal), de binnenspeler (voetbal), de kunstmest, de aansteker, de transistorradio en het zwembad.

Wil je zelf graag weten wat dat onderzoek heeft opgeleverd? Op eenvoudige vraag kan ik je een foto sturen van de kaarten bij die begrippen. De verhandeling zelf kun je, net zoals alle andere dialectologische verhandelingen uit de vorige eeuw, raadplegen in het dialectarchief. Stuur me even een mail en dan zorg ik voor een afspraak. Een lijst van alle dialectologische verhandelingen komt binnen afzienbare tijd beschikbaar op de website van de faculteit Letteren van de KU Leuven.

Bron: De Rons, E.: Moderne naamgeving in de Zuidnederlandse dialecten. Onuitgegeven licentiaatsverhandeling KU Leuven, 1972.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *