Vijf jaar geleden heb ik de website Taalverhalen gebouwd. Ik werkte toen tijdelijk bij de Taaltelefoon, blogde al een tijdje over taal en besloot mijn betaalde vakantiedagen tijdens de krokusvakantie te besteden aan een website over het Belgisch-Nederlands, over achternamen en taalvariatie in het algemeen. Met die taalvariatie en achternamen was ik al bezig toen ik nog wetenschappelijk medewerker was bij het toenmalige Instituut voor Naamkunde en Dialectologie in Leuven. Het Belgisch-Nederlands is erbij gekomen tijdens mijn Taaltelefoontijdperk.
Toen pas heb ik ontdekt dat typisch Belgische eigenaardigheden die ik zelf nog heb moeten afleren als zijnde ‘fout’ intussen geaccepteerde standaardtaal was in België. Dat dat zelfs bestond: een standaardtaal in België die gewoon goed was en niet werd afgekeurd omdat ze dat in Nederland niet zo zeiden. Dat was een openbaring. Ik besloot toen een vaardigheid die ik als wetenschappelijk medewerker had geleerd, taalkaarten maken, toe te passen op het algemene Nederlands. De eerste kaart die ik maakte, kwam er naar aanleiding van een vraag bij de Taaltelefoon: is het ‘zo zit de vork in de steel’ of ‘zo zit de vork aan de steel’? Dit was het resultaat:
De afgelopen vijf jaar heb ik vervolgens
– een familienamenatlas gemaakt op basis van het familienamenwoordenboek van Frans De Brabandere. Die bevat intussen enkele tientallen familienamen, maar ligt al een tijdje stil. Je kunt er wel nog altijd algemene informatie vinden over de geschiedenis en herkomst van onze familienamen.
– een aantal mensen geïnterviewd die even intensief met taal bezig zijn als ikzelf, de Taalvertellers. Het reeksje is beperkt gebleven tot 7 mensen. Misschien pik ik die draad nog wel eens op.
– enkele dialectwoorden verklaard.
– recensies over taalboeken geschreven. Ik heb enkele filmpjes met recensies gemaakt, maar die methode bleek toch te arbeidsintensief. Ik hou het dus maar bij geschreven recensies.
– een atlas gemaakt over de variatie in de Nederlandse spreek- en standaardtaal. Het gaat hierbij over alle variatie in het Nederlands. Dialect kan ook, maar is niet de hoofdzaak. Aan die Atlas voeg ik nog steeds regelmatig een kaart toe. De informatie voor die kaarten verzamel ik via mijn Mini-onderzoekjes. U kent ze intussen wel.
– losse blogs en bedenkingen geschreven. Dat zal ik ook blijven doen.
In de loop van de jaren ben ik me steeds meer op één onderwerp gaan focussen: de variatie in de dagelijkse Nederlandse taal. Daarom komen er nu vooral nieuwe blogteksten, taalkaarten en mini-onderzoekjes en liggen de onderdelen Familienamenatlas en Taalvertellers voorlopig stil.
Maar dat is niet alles. De afgelopen jaren heb ik ook verschillende keren op netwerkevenementen mogen spreken over mijn stokpaardje en heb ik zelfs twee keer een heuse webinarreeks mogen geven over Belgisch- en Nederlands-Nederlands. Vorig jaar heb ik alle informatie die ik hiervoor verzameld had eens grondig bekeken en beslist dat de tijd rijp was om dat alles te structureren, in een boek te gieten en op zoek te gaan naar een uitgever.
En op dat vlak is er groot nieuws! Sinds vorig week heb ik een uitgever, en vandaag heb ik mijn contract getekend. Als alles volgens plan en planning verloopt, ligt het boek dit najaar in de winkel.
Het spreekt voor zich dat ik heel blij ben met de kans die uitgeverij Sterck & De Vreese mij geeft!