[Buurtaal] Nieuwe adviezen Belgisch-Nederlands

Lijst van de vroegere VRT-adviezen over Belgisch-Nederlands die in 2023 en 2024 op de website van Team Taaladvies zijn toegevoegd.

(* = geen standaardtaal)

Inhoud

Woordenschat: typisch Vlaamse woorden

aankleven
aankomstlijn / eindmeet / eindstreep
aanschuiven
afbieden / afdingen / afpingelen
afgevaardigde / delegué* / delegee*
alpijns skiën / alpineskiën
applausvervanging (betekenis)
aprilvis / aprilgrap
arbeidsarts / arbeidsgeneesheer / bedrijfsarts
bankautomaat / geldautomaat / bancontact
begroting in evenwicht / sluitende begroting
behang / behangpapier
betichte / beklaagde / beschuldigde / verdachte
bevraging / enquête
bibbergeld / gevarenpremie
bijhuis / filiaal
binnenbreken / inbreken
binnenpost / huispost / interne post
binnenrijven / binnenhalen
bissen (betekenis)
bisser (betekenis)
blokletteren / titelen / koppen
bluts / deuk / kneuzing
bobijn / klos / spoel
boerenbuiten / buiten / platteland
bollen (betekenis)
boordsteen / borduur / stoeprand
bot / laars
botermelk / karnemelk
bovenhalen / tevoorschijn halen
brengen / wegbrengen / voeren
buitenwipper / uitsmijter
burotica
buurtwinkel / superette
bussel / bos / bundel
captatiewagen / reportagewagen
certitude / zekerheid
chape (betekenis)
cinema / bioscoop
classeur / ringmap / opbergmap
competitief / concurrentieel / concurrerend
containerpark / recyclagepark
coöperatie / coöperatieve / coöperatieve vereniging
creatie / première
croque-monsieur
dekenij / decanaat / dekenaat
deontologie / beroepsethiek
deze middag / vanmiddag / vannamiddag
diameter / doorsnede / doormeter*
dienstdoend / waarnemend / plaatsvervangend
dispatching (betekenis)
domiciliëring
doorwegen (betekenis)
draaischijf / spil
draaitrap / wenteltrap
dressing / inloopkast
dwarsen / oversteken / kruisen
fijnkost / charcuterie / fijne vleeswaren
flesopener / flessenopener / kurkentrekker / stoppentrekker*
flik (betekenis)
fluisterasfalt / zoab
foefelen (betekenis)
frietketel / friteuse / frituurpan
frietvet / frituurvet
gecrispeerd (betekenis)
gekkekoeienziekte / dollekoeienziekte
geldbeugel / portemonnee
geluidsmuur / geluidsbarrière
generiek, begingeneriek, eindgeneriek
genster / vonk
geplogenheid
getrouwheidskaart / klantenkaart / bonuskaart
grootwarenhuis / warenhuis
harken / rijven*
hernemen (betekenis)
herneming (betekenis)
het afstappen / het aftrappen / het afbollen
historiek
hoofding / briefhoofd / kop / rubriek
hoogdag (betekenis)
hoogwerker / hoogtewerker
hoorspel / luisterspel
hospitaliseren (betekenis)
immobiliën / vastgoed / onroerend goed
indoen / inkopen / inslaan
ineenstuiken / ineenstorten
in extremis
ingangsexamen / toegangsexamen / toelatingsexamen
inplanten / vestigen / bouwen
interimaris / vervanger / uitzendkracht
interimkantoor / interimbureau / uitzendbureau
isomo / piepschuim
kermis / jaarbeurs / foor*
keuringsbewijs / schouwingsbewijs*
kiesbrief / stembiljet / oproepingskaart
kiescampagne / verkiezingscampagne
kindergeld / kinderbijslag / groeipakket
klissen / oppakken
koersfiets / racefiets
kopieerapparaat / kopieermachine / kopiemachine*
kruislicht / dimlicht
kwakkel (betekenis)
kwast / flosj* / flosh* / floche*
kwijtspelen / kwijtraken
laten uitschijnen (betekenis)
laten verstaan (betekenis)
levensduurte (betekenis)
lidkaart / lidmaatschapskaart
lot / partij / perceel
luchtmatras / luchtbed
luik / onderdeel
maatwerkbedrijf / beschutte werkplaats / beschermde werkplaats
matrak / wapenstok
meestergast / ploegbaas / voorman
melkerij / melkfabriek / zuivelfabriek
memoriaal / gedenkteken
merkelijk / aanmerkelijk
microgolfoven / magnetron
miskraam / misval*
mistevreden / ontevreden / misnoegd
mistoestand / wantoestand / misstand
moederschapsverlof / zwangerschapsverlof / bevallingsverlof
monovolume / volumewagen / grote gezinsauto
naakt ontslag / gedwongen ontslag
nadar / dranghek
nazicht / controle / onderhoud
nocturne (betekenis)
obus
onrechtstreeks / indirect
onrustwekkend / verontrustend / zorgwekkend
onuitgegeven / ongekend
opbrengsthuis / opbrengsteigendom / beleggingspand
opgemerkt / opmerkelijk
ophefmakend / geruchtmakend / opzienbarend
opleg / toeslag / bijbetaling
opslorpen (betekenis)
opstappen (betekenis)
opvegen / leegmaken / opkuisen*
opzoekingswerk / onderzoekswerk
overlopen / doorlopen
pancarte / bord
parking / parkeerterrein / parkeerruimte / parkeergarage
patroon / patronaal / patronaat
penaliseren / bestraffen / beboeten
performant, performantie (betekenis)
piket / stakerspost
piste / denkpiste / denkspoor
pladijs / schol
plooifiets / vouwfiets
praline / bonbon
prijskamp (betekenis)
primordiaal (betekenis)
proefbuisbaby / reageerbuisbaby
prognose / pronostiek
promotor / bouwpromotor / projectontwikkelaar
randbemerking / kanttekening
reisverzekering / reisbijstandsverzekering
rekeninguittreksel / rekeningafschrift
roofing (betekenis)
sanctioneren (betekenis)
schatbewaarder / penningmeester
scheper / herder
schoteltje / bordje / ondertas*
schuimwijn / mousserende wijn
slagboom / bareel*
spoedgevallen / spoedeisende hulp / spoed
stelplaats / busdepot / remise
stiel / vak
struikelsteen / struikelblok
studiebureau / adviesbureau
tank / waterput / citerne*
terril / steenberg
terugwedstrijd / terugmatch
toemaatje / toegift / extraatje
toestelnummer / intern nummer / binnennummer*
trafiek (betekenis)
traphal / trappenhuis
treffelijk (betekenis)
treinbegeleider / conducteur
treinbestuurder / machinist
tweewoonst / tweegezinswoning / dubbele woning
uitdeinen / uitdijen
uitgeput / uitverkocht
uitgeven / uitzien / uitkijken / uitkomen op
uitschuiver / blunder
uitzonderlijk / bij wijze van uitzondering
verduurd (betekenis)
vergeetboek / vergeethoek
verkeerswisselaar / verkeersknooppunt / klaverblad
verplaatsingskosten (betekenis)
vertrekkensklaar / klaar om te vertrekken
vertrouwen / betrouwen*
vieruurtje
vilbeluik / destructiebedrijf
vluchtmisdrijf
voorbijsteken / inhalen / overtreffen
werking (betekenis)
werk / werken / werkzaamheden
wisselstukken / vervangstukken / reserveonderdelen
woonst / woning
worst / pens
zelfklever / sticker
zich inbeelden / zich voorstellen / zich indenken
zich opdringen (betekenis)
zich terugplooien op (betekenis)

Woordenschat: valse vrienden

aardig (betekenis)
batterij / accu
beschaamd / verlegen / schuchter
bestrijden / bekampen
bijkomend / extra
borstel / bezem
coördinaten / persoonlijke gegevens / contactgegevens
curry / kerrie
deftig / degelijk / fatsoenlijk
figureren (betekenis)
gracht / sloot
hutsepot / hutspot
madam
schouw / schoorsteen
stemmig (betekenis)
tuin / hof
vergetelheid (betekenis)
voorstellen / presenteren
zetel / zitje

Woordenschat: jargon

boni / mali (verzekeringen)
burgerlijk / civiel (jur., met burgerlijke partij en civiele bescherming)
concordaat / gerechtelijke reorganisatie / gerechtelijk akkoord (juridisch)
deel / beweging (muziek)
depenaliseren (betekenis) (juridisch)
doelwachter (sport)
finaliteit (betekenis) (onderwijsjargon)
in beschuldiging stellen / in staat van beschuldiging stellen (juridisch)
in uitgesteld relais (betekenis) (media)
maatschappelijk assistent / sociaal assistent / maatschappelijk werker / sociaal werker (sociaal)
misdaad / misdrijf (juridisch)
onvrijwillige doodslag / onopzettelijke doodslag / onopzettelijke doding (juridisch)
omzendbrief / rondzendbrief / circulaire (ambtelijk)
onwettelijk / onwettig (juridisch)
oppensioenstelling / pensionering (ambtelijk)
recht van antwoord (betekenis) (juridisch)
remonteren (betekenis) (sport)
op secreet plaatsen (betekenis) (juridisch)
springtuig / bom / explosief (journalistiek)
stoffelijke schade / materiële schade (verzekeringen)
uittreksel uit het strafregister / bewijs van goed gedrag en zeden (juridisch)
vaststellingen doen (betekenis) (ambtelijk)
verdapperen (betekenis) (sport)
zitpenningen / presentiegeld (ambtelijk)

Woordenschat: vaste combinaties, uitdrukkingen

aanklagen / aan de kaak stellen
actieve bevolking / werkende bevolking / beroepsbevolking
af te rekenen hebben met (betekenis)
als ik van jou was / als ik jou was
beheerraad / raad van beheer / raad van bestuur
beneden alles / beneden alle peil
bezig zijn / aan de gang zijn
dag op dag / op de dag af
de duimen leggen
de kas spijzen / spekken
de keel doorsnijden / oversnijden
democratische prijs / schappelijke prijs
de rangen sluiten / de gelederen sluiten
de violen stemmen
een argument inroepen / aanvoeren
een maat voor niets
ergens anders / bij iemand anders / op een ander*
ergens geen zaken mee hebben
er komt niets van in huis / er komt niets van terecht
geen belang hebben / niet van belang zijn
het gras afrijden / afmaaien
het groot lot / de hoofdprijs winnen
het laken naar zich toe trekken
het vuur aan de lont steken / de lont in het kruitvat steken
iets te vieren hebben / aan het feest zijn*
in de buurt / in de geburen*
in het zwart / zwart
in snelheid pakken / te vlug af zijn / voor zijn
in twee woorden / in een paar woorden
in vraag stellen / in twijfel trekken / betwijfelen
in wijzerzin / met de klok mee / rechtsom
kers op de taart
nieuw samengesteld gezin / samengesteld gezin
onvrijwillige doodslag / onopzettelijke doodslag / onopzettelijke doding
op antenne
opgezet spel / doorgestoken kaart
op verplaatsing spelen / een uitwedstrijd spelen / uit spelen
op vraag van / op verzoek van
op zijn honger blijven zitten
polyvalente zaal / multifunctionele zaal
schrappen wat niet past
sleutel op de deur / sleutelklaar
te nemen of te laten (betekenis)
tot de vaststelling komen / tot de constatering komen / tot de constatatie komen
van kop tot teen / van top tot teen
van kwaad naar erger / van kwaad tot erger
veto stellen / veto uitspreken
vooraan eindigen / dicht eindigen*
werk op de plank / werk aan de winkel
wetens en willens / willens en wetens
zich laten opmerken / willen opvallen
zich vergissen van
zonder erg / zonder veel erg / zonder ernstige gevolgen
zonder voorgaande / zonder weerga / zonder precedent

Woordenschat: tussenwerpsels

aandacht / attentie / opgepast / opgelet
als eerste / ten eerste / eerstens*
buiten (uitroep)
excuseer me / excuseer

Vormverschillen, woordvorming

24-urenstaking / 24-uursstaking
armoezaaier / armoedzaaier
basketbal / basket
bevoordelen / bevoordeligen*
bitsig / bits
bon: bonnen / bons
buren / geburen*
doorprikt / doorgeprikt
facturatie / facturering
garnaalkroket / garnalenkroket
generisch geneesmiddel / generiek geneesmiddel
gieten / begieten
groentjes / groenten
hernieuwbaar / vernieuwbaar
hoorapparaat / gehoorapparaat
micro / microfoon
piloot / pilot
programmatie / programmering
recycleren / recyclen
relaxeren / relaxen
rundsvlees / rundvlees
selder / selderij / selderie
sprankeltje / sprankje
vuilzak / vuilniszak
valsmunter / valsemunter
welstellend / welgesteld
witloof / witlof
zich moeien met / zich bemoeien met

Voorzetsels

in / naar eer en geweten
tegenover / recht tegenover / rechtover

Register

wenen / huilen

Reacties zijn gesloten.