Goesting is de afgetekende winnaar van de verkiezing ‘leukste, opvallendste, interessantste, plezantste, typischste woord uit Vlaamswoordenboek.be’, een online campagne die ik samen met Anthony Liekens en Sofie Begine naar aanleiding van de Week van het Nederlands 2021 lanceerde.
Goesting, de duizendpoot
Niets bijzonders, zeg je? Je hebt gelijk. Al in 2004 verkozen de Vlaamse Radio 1-luisteraars ‘goesting’ tot mooiste woord van de Nederlandse taal. En vraag vandaag de gemiddelde Vlaming én Nederlander maar eens naar hun favoriete Vlaamse woord. De kans is heel groot dat ‘goesting’ als eerste wordt genoemd.
Waarom toch? Hoe komt het dat dit woord elke keer weer verkozen wordt boven het nog algemenere en even herkenbare amai of allez, het plastische curieuzeneuzemosterdpot of het schijnbare algemeen Nederlandse appelblauwzeegroen? De deelnemers aan de campagne geven er zo hun eigen redenen voor: ik citeer er enkele in het filmpje waarin ik de winnaar bekend heb gemaakt (zie onder het artikel). Twee komen er altijd terug: het heeft een aangename, warme klank (oké, dat is vrij subjectief) en het heeft een positieve betekenis die multi-inzetbaar is. ‘Geen enkel ander woord dekt de hele lading van zin, honger, enthousiasme en zoveel meer. Geen leven zonder goesting!’, vat een van de invullers het samen.
Daar zit wat in. Als je dit uitgesproken Vlaamse woord om de een of andere reden toch wil mijden, kom je er niet altijd met de klassieke alternatieven ‘zin’ en ‘trek’. Niet omdat ze het juiste gevoel niet weten te raken, zoals sommigen aangeven. Wel omdat ‘goesting’ inderdaad in meer contexten en situaties gebruikt kan worden dan ‘zin’ en ‘trek’. Dat wordt al duidelijk in de definitie in het Vlaamswoordenboek. Als je je taal echt goestingloos wil maken, moet je dus al goed nadenken hoe je dat gaat aanpakken. Maar geen nood, hier volgt alvast een deel van de oplossing.
Goeste (g/h)
Voor ik die geef, eerst even een opmerking. Hoewel goesting als algemeen gangbaar in Vlaanderen wordt beschouwd, klopt dat niet helemaal. Historisch gezien komt goesting van het Vroegnieuwnederlandse woord goeste (lust, zin, smaak), dat op zijn beurt is afgeleid van het Oudfrans goust en het Latijnse gustus (smaak). Op een gegeven moment is daar om een onduidelijke reden het achtervoegsel –ing aan geplakt. Hoewel goesting algemeen bekend is, houdt het oorspronkelijke goeste nog steeds stand in – je hebt het misschien al geraden – West- en Oost-Vlaanderen. Daar wordt het ook wel als ‘hoeste’ uitgesproken. Het ondervindt er wel concurrentie van het immens populaire en niet van enige expansiedrang verstoken goesting. De toekomst zal ons leren of ze vreedzaam naast elkaar zullen blijven bestaan. Vandaag geldt in ieder geval: ben je in West- of Oost-Vlaanderen, dan kun je ook, misschien zelfs beter, goeste (g/h) zeggen.
Vijf verschillende contexten
En dan nu die brede inzetbaarheid. In 2017 heb ik een vragenlijst integraal aan ‘goesting’ gewijd. Met twaalf invulzinnetjes wilde ik nagaan hoe breed inzetbaar goesting en goeste zijn en voor welke alternatieven het goestingloze deel van het taalgebied kiest. Vijf ervan heb ik nu tot kaarten verwerkt.
- Ik heb … in een lekkere spaghetti. (vraag 2)
Dit benadert de meest oorspronkelijke betekenis van het woord nog het meest: het verband met (lekker) eten of drinken. Daarom verschijnt goesting ook vaak in de horeca (zo is er een restaurant Goesting in het Belgische Halle, maar ook in het Nederlandse Nuenen en Utrecht!) en andere bedrijven die met voeding en drank te maken hebben (de groenten- en fruitwinkel bij mij in de buurt, in Halen, heet De Groene Goesting). (De) Goeste is dan weer te vinden in onder meer Poperingen en Torhout. Het alternatief voor goesting/goeste is ook bekend: zin of trek.
Wat zegt de kaart?
Precies wat we verwachten: zin en trek worden allebei gezegd in Nederland. In Vlaanderen is dat het geval voor goesting en zin, trek is wat minder gangbaar. En in het westen van Vlaanderen komt goeste (g/h) erbij.
- Heb jij … om deze vragenlijst in te vullen? (vraag 1)
Dit is een meer algemene betekenis: bereid zijn iets te doen en ernaar uitkijken. Het bekende alternatief hier is zin, maar niet trek.
Ook hier is de kaart geen verrassing. Je ziet hier wel de mooie verdeling van goesting en goeste (g/h) en het is duidelijk dat hoe verder je naar het westen gaat, hoe zeldzamer goesting is. Goeste weg? Verre van.
- Selder, oesters en chocola zijn bekende afrodisiaca of lustopwekkende voedingsmiddelen. Je zou er dus … van moeten krijgen. (vraag 11)
Bij deze rode-oortjesversie van goesting hoort een bepaalde intonatie en een suggestieve blik. Ik heb lang nagedacht hoe ik deze betekenis in een vraag kon omzetten zonder te expliciet te worden en toch duidelijk te maken waar ik op doelde. Aan de antwoorden te zien is dat wel gelukt.
De betekenis ligt hier nog dicht bij de vorige twee, maar trek wordt in vergelijking met de andere opties weinig vermeld. Zin wel, maar uit de opmerkingen bleek dat dat ene woordje niet volstaat. Je moet echt wel zeggen wààr je precies zin in hebt. Heeft dit te maken met een cultuurverschil tussen de expliciete Nederlander en de impliciete, suggestieve Belg? Wie weet. Daarnaast is er een derde speler in het (vooral Nederlandse) veld: lust. In Vlaanderen is de voorkeur voor goesting of goeste (g/h) een stuk groter dan bij de vorige voorbeelden. Dat heeft ongetwijfeld te maken met de uitgesproken informele context. Het is nu niet meteen een zinnetje dat je tijdens een vergadering of in een krantenartikel zult produceren. Denk ik toch.
Weetje voor de goestinglozen onder ons: de uitdrukking een broek vol goesting moet je binnen deze context situeren.
- Modern of antiek? Dat is een kwestie van … (vraag 9)
Hier komen we in een heel andere wereld terecht, namelijk die van smaken en voorkeuren. Net zoals smaak begeven goesting en goeste (g/h) zich met hetzelfde gemak in de wereld van het proeven als die van het kijken. Dat doet zin niet, en trek al helemaal niet. Maar dat is dan de enige overeenkomst. Smaak speelt immers helemaal geen rol in de vorige drie voorbeelden. Op de kaart neemt het de plaats in van zin uit het tweede voorbeeld.
- Veel zwangere vrouwen eten plots de gekste dingen en combinaties. Haring met suiker bijvoorbeeld. Ze hebben vreemde … Als u dit verschijnsel op een andere manier omschrijft dan ‘ze hebben vreemde …’, mag u die (ook) geven. (vraag 12)
Toen ik zwanger was van mijn eerste kind, vroeg mijn West-Vlaamse collega me of ik last had van ‘vreemde hoestjes’. Ik begreep meteen dat ze het niet over de gevolgen van een kriebel in de keel had, maar het duurt toch even voor ik wist dat ze het had over wat ik zelf goestingskes zou noemen: het verlangen naar zure augurken, eventueel gecombineerd met een boterham met chocopasta. Ook hier gaat het dus over voorkeuren. Opvallend is dat in deze context zowel goesting als goeste (g/h) een meervoudige diminutiefuitgang kunnen krijgen. ‘Kunnen’, want ‘vreemde (rare/aardige/vieze) goesting/goeste’ en alleen de meervoudsuitgang zijn ook mogelijk.
Bij deze vraag was ik het meest nieuwsgierig naar de goestingloze alternatieven. En dat waren er veel. Soms waren het omschrijvingen (Ze heeft zin in rare dingen), maar meestal niet. Op deze kaart heb ik alleen de frequentste opgenomen: smaak, trek(ken), neiging(en), voorkeur(en), gewoontes, behoefte(n). Van al die opties horen we alleen smaak en gewoontes in het zuiden. Veel respondenten melden ook dat ze er geen idee van hadden hoe ze dit anders zouden noemen.
Het valt ook op dat goesting(skes) en co op deze kaart bijna niet voorkomen in West-Vlaanderen. Goestjes en co hebben in deze context nog het alleen heerschappij. Vermoedelijk heeft dat te maken met die meervouds- en verkleinvormen. Goesting en goeste liggen nog vrij dicht bij elkaar; de afstand tussen goestingskes en goestjes/hoestjes is al een stuk groter.
Goesting aan de top
Een ding is duidelijk: goesting is een blijvertje in Vlaanderen. Het wordt omarmd, bemind, gevierd, bewierookt en gewoon veelvuldig gebruikt. Stilaan heeft het zich een weg gebaand naar de gewone media. We komen het al eens tegen in reclame en andere campagnes en zelfs in een artikel van de informele soort, intussen zelfs zonder aanhalingstekens en cursivering. En net omdat het zo doodgeknuffeld wordt, zie ik het niet meteen een formelere rol krijgen. Dat hoeft ook niet.
Hoewel goeste (g/h) minder bekend en minder sterk verspreid is, zie ik het ook niet meteen het onderspit delven. Met goeste kunnen met name West-Vlamingen zich expliciet onderscheiden van de Brabants gekleurde informele spreektaal en hun eigen taal en identiteit benadrukken. West-Vlamingen doen als het erop aankomt hun goeste niet alleen: ze zijn echte goestedoenders, een woord dat de rest van Vlaanderen dan weer niet kent. Misschien is het wel een goed idee om dat te adopteren?
Aanvulling na een mail van M. Schoenmaeckers: Gent heeft goestedoenders wel al duidelijk geadopteerd: de Gentse Goestedoenders beloven alvast dat ze kinderen de tijd van hun leven geven. Gewoon, door ze goesting te laten krijgen en hun goesting te laten doen.