Drongofestival
Al ooit gehoord van het Drongofestival? Als je een Nederlandse taalliefhebber bent, dan is die kans vrij groot. Voor de Vlamingen onder ons ligt dat wellicht anders. Hoewel het Drongofestival zichzelf dit jaar bij zijn vijfde editie voorstelde als ‘hét talenfestival van Nederland en Vlaanderen’, begint de naam nu pas over de rijksgrens door te sijpelen. Daarom stel ik het even kort voor.
Het Drongofestival is ontstaan als een festival voor de meertaligheid, georganiseerd door De Taalstudio van Maaike Verrips. Het festival was onmiddellijk zo’n groot succes, dat het al snel een hele dag werd. Vorig jaar verhuisde het naar Utrecht en werd het een tweedaags festival, één dag voor de taalprofessional en één voor het bredere publiek. Ook het thema werd uitgebreid, van meertaligheid naar taal in al zijn aspecten.
Het Drongofestival van vandaag bestaat uit infosessies, workshops, stands waar bedrijven zichzelf voorstellen en onderzoeksinstellingen hun onderzoek aan het grote publiek tonen, enz. De bedoeling? Netwerken. Mensen ontmoeten die in een ander deel van de taalsector actief zijn, waardoor er kruisbestuiving kan ontstaan. Ontdekken waar al die taalkundigen, uitgeverijen, taal- en tekstbureautjes, onderzoeksinstellingen en andere taalbedrijven mee bezig zijn.
Taallabs
Ik kende het festival al langer, en pas dit jaar was ik voor het eerst in de gelegenheid het te bezoeken. Ik kreeg meteen een opdracht mee: samen met Gaston Dorren en Marieke Hohnen de taallabs beoordelen en op het einde van het festival de wetenschapsprijs uitreiken. Kwam dat even goed uit, ik was toch net van plan om die taallabs eens grondig te testen. Jammer genoeg moest ik er wel wat infosessies voor laten vallen, maar een mens kan niet alles hebben.
De taallabs dus. In tegenstelling tot wat een kennis dacht, hadden die niet ‘talenpractica’ moeten heten, zoals het ons geleerd werd tijdens mijn studie Germaans Talen, alweer zoveel jaar geleden. ‘Taallab’ is de koepelbenaming voor alle wetenschappelijke onderzoeksprojecten die de onderzoekers in de stands van de onderzoeksinstellingen aan het publiek voorstelden. Dat waren er meer dan 45 in het totaal, het spreekt dus voor zich dat we ze niet allemaal hebben kunnen bezoeken. Daarom verdeelden we ze zo goed mogelijk en beoordeelden we ze op dezelfde drie criteria: hoe duidelijk en relevant zijn ze inhoudelijk, hoe aantrekkelijk is de presentatie en hoe interactief zijn ze?
Even voorstellen
En ja, we hadden een pracht van een winnaar. Maar voor ik die in de schijnwerper zet, vermeld ik eerst enkele andere leuke taallabs. Omdat ze zo leuk en divers waren en omdat ze laten zien wat voor boeiend en relevant taalonderzoek er allemaal gebeurt.
- Raad een gebaar
Bij Radboud Universiteit kon je als gebarentaalonkundige (NGT) proberen te raden wat de gebaren die je te zien kreeg betekenen. Ik heb het geprobeerd, en ik denk dat ik hooguit één gebaar juist heb geraden. Net alsof je van een Chinees karakter probeert te raden waar het voor staat. Bedoeling was om te testen hoe ‘symbolisch’ de gebarentaal is, of hoe duidelijk het gebaar de betekenis weergeeft. Dat viel dus tegen bij mij.
- R3D3
R3D3 is een combinatie van een virtueel persoon en een robot. De uiteindelijke bedoeling is dat dit duo mensen verder kan helpen in winkels, musea en dergelijke. Om dat te bereiken, moet het virtuele gedeelte getraind worden in informele conversaties, en dat was ook het opzet van het taallab van de Universiteit Twente op Drongo. Ik heb geprobeerd een gesprek met de R3D3-dame te voeren, maar veel interactie was er nog niet mogelijk. Haar vriendje het robotje is best leuk, maar kan voorlopig enkel wat schattig met zijn led-oogjes knipperen.
- L2tor
Zora is de aaibare robot van het L2tor-project. Met dat project wil men een sociale robot ontwikkelen die kinderen helpt een tweede taal te leren. Op Drongo werd de robot verondersteld een lesje Engels te geven: hij wees in de richting van een plaatje op een tablet, je moest dat dan aantikken en de robot zei de naam van wat je aantikte in het Engels. In de praktijk bleek het niet zo eenvoudig. De hand van de robot zweefde zo ver boven de tablet, dat het gokken bleef naar waar die nu wees.
- PuzzLing
PuzzLing was een buitenbeentje onder de taallabs. Het spel bestaat een aantal houten puzzelstukjes, waarmee je zinnen kunt vormen in het Duits, Engels en Italiaans. De stukken zelf staan voor specifieke zinsdelen, zoals onderwerp, werkwoord, enz. Die kun je invullen met specifieke woorden. De stukken zijn zo gevormd, dat je niet anders dan de correcte woordvolgorde kunt leggen in een zin. Als je van taal wisselt, geven de stukken aan hoe de woordvolgorde verandert. Het is een heel interessant idee, maar de uitleg was zo complex dat zelfs ik, met mijn taalkundige achtergrond, moest afhaken. Het lijkt me wel geschikt voor studenten die de syntaxis van deze talen bestuderen.
- Staat van de taal
Vrijdag kon de festivalbezoeker kennismaken met het grootscheepse onderzoek De Staat van de Taal dat het Meertens Instituut en de U Gent uitvoert in opdracht van de Nederlandse Taalunie. Hierbij wil de Nederlandse Taalunie onderzoeken welke status het Nederlands momenteel heeft in het Nederlandse taalgebied. Hoewel de eerste enquêteronde al was afgesloten, konden de bezoekers de enquête bij de stand van het Meertens Instituut nog invullen. Wie zijn e-mailadres achterliet, krijgt de onderzoeksresultaten ook opgestuurd.
- Sprekend Nederland
Sprekend Nederland is dat andere grootscheepse onderzoek, uitgevoerd door de Nederlandse tv-zender NRT in samenwerking met verschillende universiteiten en onderzoeksinstellingen in Nederland. Het doel is zoveel mogelijk accenten uit heel Nederland te verzamelen en de rest van Nederland erover te laten oordelen. Op die manier komen we te weten hoe Nederland tegenwoordig ‘klink’ en welke vooroordelen aan die accenten worden gekoppeld. De eerste onderzoeksresultaten werden tijdens het Drongofestival gepresenteerd tijdens een sessie en op de stand van de Radboud Universiteit.
En de winnaar is …
- Hoe bouw je LEGO in andere taal?
De titel alleen al. Intrigerend, niet? Dat vonden wij ook. En dus vroegen we alle drie, verspreid over de dag, om uitleg. De insteek van dit onderzoek is het feit dat heel wat bedrijven handleidingen vervangen door instructiefilmpjes. In Nederlandse en Vlaamse bedrijven zijn die filmpjes Nederlandstalig, maar in multinationals zijn die vaak in het Engels, al dan niet met ondertiteling. In dit onderzoek wil men nagaan welke invloed die anderstaligheid heeft op de effectiviteit van die instructievideo’s. Je krijgt immers zowel via de taal als via het beeld info, en in het geval van ondertitels nog eens via geschreven taal. Soms is alleen het beeld genoeg, soms zit de instructie enkel in de taal en soms heb je de combinatie nodig. In het lab werd via een instructiefilmpje om een huisje met lego te bouwen getest welke manier het beste werkt. Ik kon kiezen tussen een filmpje in het Engels, eentje in het Spaans en eentje in het Spaans met ondertitels. En dan kon ik aan de slag met mijn blokjes. Op het einde ging de onderzoekster samen met mij na hoe precies ik de instructies had gevolgd. Met deze onderzoeksresultaten kunnen bedrijven concreet advies krijgen over hoe ze de meest effectieve instructievideo’s kunnen maken.
Kijk, daar zijn we dan unaniem voor gevallen: een leuke test, een duidelijke uitleg en een concreet en zinvol doel. Een wetenschapsprijs waard. Toegegeven: met Lego mogen spelen, dat heeft ook geholpen.