Dialect: zwegelke

Betekenis

lucifer

lucifer

Lucifer

 

Dialectwoord uit de streek

Uiterste oosten van de Belgische provincie Limburg (Maasstreek), midden en zuiden van de Nederlandse provincie Limburg.

 

Vormvarianten

Zwegel

 

Kaart

Lucifer

Ongepubliceerde kaart uit het dialectarchief, KU Leuven

Herkomst

Zwegelke is een vormvariant van zwaveltje, met v/g-wisseling. In de omgekeerde richting vinden we dat soort wisseling in woorden als brulocht/bruiloft en sticht/stift (klooster).

De voorlopers van lucifers waren de zwavelstokjes. Dat waren stokjes van enkele centimeters lang, waarvan de kop in zwavel was gedoopt. In tegenstelling tot lucifers moesten die zwavelkoppen apart worden aangestoken. Om licht en warmte te krijgen had je naast de zwavelstokjes zelf dus extra materiaal nodig om de stokjes te doen ontbranden. In de negentiende eeuw werden de moderne lucifers uitgevonden, die je kon laten ontbranden door ze tegen ruw materiaal te wrijven. De lucifer kreeg in heel wat dialecten dezelfde naam als het zwavelstokje, soms als verkleinwoord. Zo was de zwegel oorspronkelijk het woord voor zwavelstokje, en het zwegelke voor de veel kleinere lucifer. De zwavelstokjes zijn intussen verdwenen, de dialectbenamingen ervoor leven voort in de lucifer.

 

2 reacties

  1. Ik ken het woord als ‘zjwaegelke’ in Maasland/Maaskant

  2. In Weert (NL) is het ook zwegelke, maar in mijn geboorteplaats Heel (tegen Roermond aan) zeiden we ‘zjwaegelke’, inderdaad met die ‘j’ erin.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *