[Column VRT Taal] Rood

Het is de laatste zondag van augustus. Een druilerige, grijze dag, zoals er deze zomer zoveel zijn geweest. Ik trek een grijs T-shirt aan. Niet omdat dat zo goed bij het weer past, maar omdat het de aangegeven dresscode is voor het festival waar ik heen ga: de Redhead Days. Ja, je leest het goed: een feestje speciaal door en voor roodharigen. Ik had vorig jaar al naar de twintigste editie willen gaan, maar die werd om de intussen bekende reden verplaatst naar dit jaar. Want ja, bekijk mijn foto maar eens goed: ondanks het verbleken met de jaren ben ik nog steeds een roodharige. Een rossekop. Een voske. Een ginger. Koperblond. Kastanjebruin.

Gek eigenlijk, als je er zo bij stilstaat. Dat het zo lastig is om mijn haarkleur met één woord te benoemen. Och ja, ik weet ook wel dat iemand die heel lichtblond is ook wel wittekop wordt genoemd. Maar verder? Ondanks de vele tinten bruin en blond die er bestaan, is het maar magertjes gesteld met het aantal namen die hiervoor gangbaar zijn. Tenzij je je stort in de verschillende soorten haarkleuringen, maar die horen volgens mij alleen maar bij je dagelijkse taalgebruik als je kapper bent. Of als je zelf geregeld een flesje gebruikt om van kleur te wisselen.

Met die namen voor rood/ros haar is meer aan de hand dan alleen een poging om de wilde variatie in tinten te vatten. Er zitten ook nuances in van waardering of afkeuring. Als ik ‘rooie’ word genoemd, is dat meestal niet zo positief bedoeld. Gelukkig kan ik die gelegenheden op één hand tellen. Idem voor ‘vuurtoren’, dat is ook zelden neutraal of positief. ‘Ros’ of ‘rossekop’ is voor sommige mensen heel kwetsend, voor anderen neutraal of zelfs een koosnaampje. Of een geuzenaam. Zo van ‘Ja, ik ben ros, en dan?’ Ik kan me niet van de indruk ontdoen dat dat meespeelde in de keuze voor de titel van het StuBru-programma ‘Rock & Ros’, gepresenteerd door leadzanger Thibault Christiaensen van Equal Idiots. ‘Hij rockt. Hij is ros.’ staat op de website. Alsof je dat laatste echt expliciet moet melden. Als je ros, pardon, rood haar hebt, is dat het eerste lichamelijk kenmerk dat meteen opvalt, om het even hoe je lijf er voor de rest uitziet. Ik spreek uit ervaring. Als ik met iemand een afspraak maak die ik nog nooit eerder heb gezien, doe ik niet aan rozen in knoopsgaten of kranten van gisteren. ‘Zoek de rosse, dan vind je me wel.’ Dat is nog nooit misgelopen. En toch is het iets waar mensen behoefte aan hebben om nog eens expliciet duidelijk te maken. Roodharigen in de eerste plaats. Behalve Rock & Ros van hierboven noem ik maar even Simply Red en Axelle Red (oké, die speelt vals, maar toch). Ik snap dat wel. Je zegt het maar snel even zelf voor iemand meent je attent te moeten maken op die haarkleur die je al je leven lang hebt. Dan is dat ook meteen van de baan.

Van ‘ros’ naar ‘koperblond’ en ‘kastanjebruin’ is voor mij een kleine stap. Dat zijn niet zomaar bepaalde tinten ros haar. Het zijn eufemismen. Vroeger, toen mijn haar nog wat donkerder was en ik het ‘ros’ noemde, kreeg ik heel vaak als reactie: ‘Maar nee, jij hebt een mòòie kleur. Da’s koperblond/kastanjebruin! Toch niet (op een diep afkeurende toon) ros!’ Of ‘ros, da’s knaloranje, zoals een wortel. Dat is niet mooi. Jouw haar is toch helemaal niet zo. Dat is koperblond/kastanjebruin’. Die mensen reserveerden ‘ros’ duidelijk voor de in hun ogen ‘niet mooie’ groep der roodharigen. Terwijl ik elke kleur ros mooi en bijzonder vind en er nooit moeite mee gehad om mijn eigen haarkleur zo te noemen. Voor mij is dat altijd de overkoepelende naam geweest voor al die tinten tussen blond-met-kopertint, worteloranje en diep donkerrood. Dezelfde tinten die de – grotendeels roodharige – organisatoren van het Redhead Days Festival op een enorm zeildoek hebben gezet en waar de ene na de andere bezoeker de eigen haarkleur mee stond te vergelijken. Ik ook. En zoals zovelen heb ik mijn eigen exacte kleur niet gevonden.

fbt

Ik bedoel maar: niks mis met ros op zich. Wel met de onnozelaars die dat als scheldwoord menen te moeten gebruiken. Of die mensen uitlachen om hun haarkleur. Of om wat dan ook.

Hetzelfde heb je volgens een collega van me met ‘ginger’ in het Engels. Dat zou een negatieve connotatie hebben, of kunnen hebben. Zoals gewoonlijk hangt dat af van de toon waarop het wordt uitgesproken. Idem trouwens voor ‘redhead’. Maar tijdens de Redhead Days is dat woord geen bezwaar. De talrijke bezoekers (dit jaar ondanks alles toch ook enkele honderden) uit alle hoeken van de wereld laten zich er in ieder geval niet door tegenhouden. Oh ja, die grijze dresscode, helemaal uit het oog verloren. Die heeft niets te maken met het roodharigenschap. Het is een praktische afspraak: elk jaar wordt een andere kleur afgesproken om te dragen tijdens de groepsfoto op de Redhead Days, de ‘Gathering’, met enkel natuurlijke roodharigen. Ja, voor die ene keer doen we lekker exclusief. Dit jaar is dat opzet letterlijk een beetje in het water gevallen vanwege de regen, maar we hebben het ons niet aan ons hart laten komen. Ondanks de natte ondergrond en de grijze lucht hebben we met z’n allen met veel plezier samen roodharig zitten te zijn. Tot groot plezier van de tientallen fotografen op het festival.

Eerder verschenen bij VRT Taal op 2 september 2021

Reacties zijn gesloten.