Dit is de column die ik in november 2022 voor VRT Taal heb geschreven. Helaas is die nooit op VRT Taal zelf gepubliceerd. Met toestemming van de taaladviseur van de VRT publiceer ik hem alsnog hier.
Ben je geschrokken van die titel? Vraag je je af waarom ik denk dat je wél zou panikeren? Valt er misschien iets te panikeren? Maar ik heb net toch gezegd dat er geen reden is tot paniek?
Zo werkt taal. Of beter: zo werkt framing. Zodra je iets noemt, nestelt dat genoemde zich in het brein van je toehoorder, al is het maar voor een fractie van een seconde. Ook als je er een negatie voor zet. Sterker nog: zéker als je er een negatie voor zet.
‘Denk niet aan een roze olifant.’ Heb je hem gezien, in die flits? Die roze olifant, die je vervolgens krampachtig probeerde te verdringen door een beeld van een grijze olifant, een roze hond of iets totaal anders maar vooral géén roze olifant op te roepen? Geen zorgen 😉 Je hebt net bewezen dat je brein perfect normaal is.
Een bekend advies binnen de communicatiewereld is het volgende: als je niet wil dat iemand iets doet, iets voelt of aan iets denkt, zwijg er dan over. Breng je lezers of toehoorders niet op ongewenste ideeën. Want als je erover begint, zelfs met een ‘geen’ of ‘niet’ ervoor, dan krijg je het effect van die roze olifant waar je niet aan mag denken, de paniek die niet nodig is en de zorgen die je je niet hoeft te maken.
Elke keer wanneer een krantenkop of nieuwsbericht begint ‘geen paniek’, ‘geen zorgen’, ‘wees niet ongerust’ of iets dergelijks, vraag ik me af waarom ze dat doen. Weten ze dan niet dat ze hiermee net het tegenovergestelde bereiken? Dat ze hun lezers niet gerust stellen, maar de rust die er mogelijk was om zeep helpen? Of is dat net de bedoeling: een subtiel alarmbelletje om aandacht te trekken? Zoals de rode bolletjes bij je Facebook-, Twitter-, Instagram-, TikTokapp die aangeven dat er nieuwe meldingen zijn die – Hier! Nu! – je aandacht vragen? Want dat is ook zoiets.
Vind jij het ook zo moeilijk om die te negeren? Ik in ieder geval wel. Niet alleen de apps van sociale media kunnen zo’n bolletje krijgen. Dat gebeurt ook bij de app van mijn mailprogramma, bij mijn bankapp en bij elke andere app met notificaties. Het zijn altijd rode bolletjes, nooit blauwe vierkantjes of groene driehoekjes.
En natuurlijk is dat ook geen toeval. Rood trekt niet gewoon de aandacht: het signaleert gevaar en smeekt om actie. Voor een rood verkeerslicht stop je, een rood verkeersbord betekent wegwezen of wegblijven, een rode lamp aan een radiostudio wil zeggen dat er een opname is en je dus niet mag storen. Kort samengevat: iets roods wijst op een probleem dat uit de weg geruimd moet worden. En hoe doe je zo’n rood bolletje bij je app verdwijnen? Door op de app te klikken en de meldingen te bekijken, hoe triviaal ze ook zijn. En zo worden al die apps verslavend. Door in te spelen op die diepgewortelde reflex die we hebben bij de kleur rood.
Ze rammelen met ons brein, beste lezer. En het strafste is: zelfs als we het trucje doorzien, als we weten dat rode bolletjes op een scherm onze vinger doen kriebelen en ‘Geen paniek’ een mini-golfje aan paniekadrenaline door ons lijf jaagt, het toch blijft gebeuren. Net zoals je bij ‘denk niet aan een roze olifant’ toch weer heel even een roze olifant voor je ogen voorbij ziet flitsen, zelfs als je net een hele cursus over framing achter de kiezen hebt.
Het goede nieuws: na die eerste reflex neemt de ratio het weer over en kun je nog altijd beslissen om die notificaties eindelijk eens uit te zetten of concluderen dat die krantenkoppenschrijvers blijkbaar weer eens nood hadden aan aandacht.
Ik dank u voor uw aandacht!