[Column VRT Taal] Dans

Ik ben fan van alle soorten taal. Niet alleen van de klanken en letters  waar wij spontaan aan denken als het over taal gaat. Ik hou ook van de talen waar geen klank of letter te bespeuren valt: de gebarentalen. Zoals de meeste mensen wist ik al langer dat heel wat dove en slechthorende mensen gebaren gebruiken om te communiceren en dat er meer gebaren zijn dan alleen die voor de letters van het alfabet. Maar dat was het dan ook. Tot ik me er vorig jaar voor een artikel in verdiept heb. Ik leerde onder meer dat de Vlaamse en de Nederlandse Gebarentaal (VGT en NGT) twee verschillende talen zijn die niet eens verwant zijn (maar de mensen begrijpen elkaar wel in grote lijnen), dat naast de handen en armen ook de mond en de rest van het gezicht belangrijk zijn en dat de job van gebarentolken nog een stuk intensiever is dan die van ‘gewone’ tolken – en die is al heel stevig. Mijn respect voor gebarentolken is sindsdien torenhoog. Zeker als ze muziek tolken.

Toen Duncan Laurence in mei het Eurovisiesongfestival won, was heel Nederland in rep en roer. Maar het publiek viel niet alleen bij bosjes voor de sympathieke zanger zelf. De Nederlandse openbare omroep NPO had alle liedjes van het songfestival vooraf laten tolken in de Nederlandse Gebarentaal, de NGT. Het filmpje met de tolk die ‘Arcade’ letterlijk onder handen nam, ging onmiddellijk viraal, volgens mij heel terecht (https://www.youtube.com/watch?v=YbH4fCJvPpo). Gebarentolken die muziek tolken, beperken zich immers niet tot het droogweg tolken van de tekst. Nee, ze brengen alles over: de muziek, het ritme, de emoties in de stem van de zanger of zangeres. Een liedje is immers veel meer dan de tekst alleen, en dat willen dove en slechthorende mensen ook ervaren. Het resultaat is steevast een swingende tolk met grootse armgebaren en een gezicht waar de emoties van af druipen. Zet een gebarentolk op het podium en je hebt geen dansers meer nodig. Topsport is het, daarom wisselen de tolken elkaar ook geregeld af tijdens een langere show.

Als muziek tolken topsport is, dan zijn de gebarentolken die zich in rap specialiseren de Usain Bolts van de gebarentaal. Sommige rappers maken er immers een wedstrijdje van om zo veel mogelijk te zeggen, of rappen, in zo kort mogelijke tijd. Daarom heet het ook ‘rap’. Ja, dit is een flauw woordgrapje. Terug naar de rappers: een tijdje geleden circuleerde er een filmpje van de rapper Twista, een man die ooit in het Guiness Book of Records stond als ‘snelste rapper ooit’. Alleen draait het in dat filmpje niet om Twista zelf, maar om de gebarentolk die naast hem op het podium staat. De vrouw in kwestie, Amber Galloway Gallego, speelt het niet alleen klaar om Twista’s sneltreinvaart schijnbaar moeiteloos bij te houden, ze doet het bovendien bijzonder expressief. De rapper zelf vindt het zo indrukwekkend dat hij haar optreden meteen zelf op Twitter zet: https://twitter.com/TWISTAgmg/status/1162819902694182912.

Amber Galloway Gallego en haar rap tolkende collega’s zijn natuurlijk uitzonderingen. En ze zorgen voor entertainment, ook voor horenden zoals ikzelf. Hun snelle handgebaren, weidse armbewegingen en expressieve gezichtsuitdrukkingen zijn allemaal even prachtig. Maar mooier is en blijft dat dankzij hen nog meer mensen van zulke optredens kunnen genieten. Om van muziek, zelfs van zang te genieten hoef je niet altijd de taal te begrijpen waarin gezongen wordt. Het belangrijkste is dat je het ritme, de melodie en de emoties kunt voelen. De zanger brengt die over met zijn stem, de muzikanten met hun instrumenten. De gebarentolk doet hetzelfde met zijn hele lichaam: zijn gebaren en gelaatsuitdrukkingen.

En dat doen de minder zichtbare en entertainende gebarentolken, en gebarentaligen zelf natuurlijk. Hoewel ik er geen woord van begrijp, zie ik hen altijd graag babbelen, in stilte. Net zoals met een beperkt aantal letters en klanken prachtige verhalen aaneengeregen worden en met maar enkele muzieknootjes hele symfonieën worden gecomponeerd, kan elke ‘spreker’van een gebarentaal, een gebarentalige, met tien vingers, twee armen en een gezicht alles vertellen wat hij maar wil.

Waarom leer ik die gebarentaal dan niet zelf? Tja. Waarschijnlijk is dat dezelfde reden als waarom ik nog steeds geen Kroatisch, Turks, Japans of Russisch heb geleerd. Gebrek aan tijd is een te gemakkelijk excuus. Het is eerder te weinig échte motivatie en gedrevenheid, en gemis aan gesprekspartners, voor mij onmisbaar bij het leren van een taal. Misschien komt het er nog van. Wie weet.

Eerder verschenen bij VRT Taal op 8 oktober 2019

Reacties zijn gesloten.