Kinderen van het ABN: achter de schermen. 2. De ABN-kernen

2023 wordt het jaar van de podcast ‘Kinderen van het ABN’, het verhaal van de ABN-campagnes in Vlaanderen in de jaren vijftig tot zeventig en hun invloed op onze taal vandaag. De podcast zal in oktober dit jaar verschijnen, maar de reis ernaartoe is minstens even interessant. Normaal geef ik hier een blik achter de schermen, maar hier wijk ik even van af. Aanleiding is het taaldebat dat recent, in februari 2023, weer eens opflakkerde rond tussentaal op de openbare omroep. Omdat enkele auteurs van opiniestukken zich outten als lid van een ABN-kern, heb ik op LinkedIn uitgelegd wat die ABN-kernen waren, een uitleg gebaseerd op enkele interviews voor deze podcast. Daarom neem ik die hier graag over.

Even over het debat rond taal en VRT de afgelopen tijd: na Geert Bourgeois heeft nu ook Mark Eyskens in een opiniestuk in Knack laten vallen dat hij als student actief was in de ABN-kernen. Maar wat waren die ABN-kernen eigenlijk? In mijn podcast die eind dit jaar online komt, spelen ze een belangrijke rol. Ik licht nu graag alvast een tipje van de sluier op.

Poesis en rethorica

De ABN-kernen waren groepjes leerlingen uit het vijfde en zesde jaar van het middelbaar onderwijs, de toenmalige poesis en rethorica, die zich engageerden om onder elkaar altijd ABN te spreken. Dus niet alleen in de klas tijdens de les, maar ook tijdens de speeltijd en buiten de school. Ze spoorden elkaar aan, corrigeerden elkaar en probeerden op school zoveel mogelijk medestanders te vinden. Dat deden ze door klasgenoten aan te spreken, slogans op borden te gaan schrijven, taalwedstrijdjes en welsprekendheidstornooien op school te organiseren enz. Zo wilden ze laten zien dat je ook in het Nederlands ‘beschaafd’ kon spreken en het over wetenschappelijke en culturele onderwerpen hebben. Met andere woorden: dat die taal gelijkwaardig was aan dé cultuurtaal bij uitstek op dat moment: het Frans. In elke provincie was er een provinciaal secretariaat waar de ABN-kernen terecht konden voor info, promomateriaal (speldjes, postkaarten, affiches, boekenleggers enz.) en ondersteuning. Die provinciale secretariaten kwamen enkele keren per jaar samen met centrale secretariaat. Dat laatste werd gerund door studenten: die zorgden voor de verdeling van het promomateriaal, de organisatie van de contactdagen voor promotoren (een keer per jaar na Kerst) en het samenstellen en de verdeling van het tijdschrift Bouw.

Klassenmaatschappij

Nu klinkt dat niet spectaculair, maar het was toch iets bijzonders. Om te beginnen gebeurde dit in een tijd (start 1951, hoogtepunt jaren zestig) dat de schoolplicht tot 15 jaar was, maar er stilaan meer jongeren gingen verder studeren. Een tijd waarin de oude klassenmaatschappij begon af te brokkelen. Een tijd van verzuiling, schoolstrijd en een heel aanwezige Franstalige elite in Vlaanderen. Er bestonden ABN-kernen in het katholieke én het rijksonderwijs en in jongens- en meisjesscholen, en die promotoren kwamen tijdens de contactdagen gewoon samen om plezier te maken, in het ABN, en elkaar te inspireren. Uniek in die tijd.

Pluralistisch, divers zootje ongeregeld

Ook tegen het einde van de jaren zestig, ten tijde van Leuven Vlaams, waren ze wat apart: heel uiteenlopende figuren, pluralistisch, wat anarchistisch, wars van politiek, een zootje ongeregeld, verenigd in een streven naar emancipatie met het ABN als belangrijkste middel en de Nederlandse kleinkunst en cultuur als voorbeeld. Boudewijn de Groot, Toon Hermans en Harry Mulisch waren hun grote voorbeelden. Ze pasten in hun tijd en sprongen er tegelijk toch weer uit.
Sommigen zijn nadien de politiek in gegaan, van PvdA tot Volksunie, sommigen zijn journalist geworden, advocaat, diplomaat, arts, leraar …
Je kunt er geen lijn in trekken, behalve hun grote engagement voor de Vlaamse ontvoogding en streven naar een mooie Nederlandse eenheidstaal.

Reacties zijn gesloten.