Typisch Vlaams (recensie)

Typisch Vlaams: coverDeze week viel het langverwachte boek Typisch Vlaams in de bus. Op de achterflap staat: ‘Typisch Vlaams is niet alleen een naslagwerk voor wie zijn teksten wil verzorgen en tegelijk de taal van zijn eigen publiek wil spreken. Het is ook een interessant taalboek vol weetjes over de herkomst van woorden, over subtiele betekenisverschillen en over de rijkdom van onze taal.’ Dat klinkt ambitieus. Maar slaagt het boek ook in dit opzet?

Labeltjes, synoniemen en citaten

Als je erdoor bladert, zie je meteen dat het boek de uitgebreide, volwassen versie is van het boekje dat begin dit jaar door De Standaard werd verdeeld. ‘Hoe Vlaams mag uw Nederlands zijn?’, beter bekend als het Gele Boekje. Het Gele Boekje behandelde 1000 trefwoorden, in Typisch Vlaams staan er 4000.

Toch is Typisch Vlaams meer dan 4 x het Gele Boekje. En dat ‘meer’ geeft het boek heel wat meerwaarde. Om te beginnen is de overzichtelijk lemma-opbouw niet alleen bewaard, maar verbeterd en uitgebreid. Een lemma bestaat uit een Belgisch-Nederlands trefwoord (woord of woordcombinatie), uitleg in de vorm van verklaring of synoniem, een citaat, een beoordeling op standaardtaligheid (duim omhoog of omlaag) en register (formeel of informeel). De aandachtige lezer die beide boeken heeft, zal enkele aanpassingen merken. Om te beginnen zijn de symbooltjes voor formeel en informeel aangepast (stropdas en teenslipper zijn veranderd in microfoon en spreekballon). Voor de citaten hebben de auteurs dan weer uit veel meer bronnen geput dan alleen De Standaard van 2014. Hierdoor is Typisch Vlaams een aangenaam en verrassend bladerboek geworden. Op elke bladzijde is er wel een treffend citaat uit een krant, tijdschrift of uit de oude en moderne literatuur te vinden.

Boompjes en leeuwtjesTypisch Vlaams: legende

Nieuw in de lemma’s zijn het rijtje boompjes en het rijtje Vlaamse leeuwtjes. Het rijtje met boompjes geeft de gangbaarheid aan van het woord: hoe meer boompjes, hoe vaker je het zult horen of in teksten zult aantreffen.

Het rijtje met Vlaamse leeuwtjes geeft de mate aan ‘Belgisch-zijn’ aan. Hiervoor werd gekeken hoe vaak een trefwoord in Belgische en in Nederlandse teksten voorkomt. Hoe groter het verschil, hoe ‘Belgischer’ het woord en hoe meer leeuwtjes in het rijtje. Voor deze informatie konden de auteurs van het boek terecht bij de onderzoeksgroep kwantitatieve lexicologie en variatielinguïstiek van de KU Leuven.

Voor professionele taalgebruikers zoals journalisten, copywriters, vertalers en redacteurs is dat belangrijke informatie. Zij krijgen steeds vaker de nadrukkelijke opdracht voor een Belgisch doelpubliek te schrijven, of net niet. Je kan als Vlaming dan wel op je buikgevoel afgaan, maar het is altijd makkelijk als je dat bevestigd ziet door wetenschappelijk onderzoek (of net niet). Net door deze labels is Typisch Vlaams een uitstekend naslagwerk voor de taalprofessional.

Weer een nieuwe Vlaamse norm?

Normering en labels roepen altijd discussie op. Dat is ook gebeurd toen het Gele Boekje verscheen: hoe ‘officieel’ is deze lijst? Is een nieuwe lijst niet verwarrend naast de bestaande taaladviesbronnen zoals de Taaltelefoon, taaladvies.net, de taaldatabank van de VRT, Van Dale en Prisma? En hoe absoluut zijn die oordelen eigenlijk? Mogen we die woorden met duimpje omlaag echt niet meer gebruiken?

De auteurs hebben hieruit geleerd, zo blijkt uit de inleiding bij het boek. Ze geven een heel gedetailleerde verantwoording van de symbolen en stellen heel nadrukkelijk: ‘Dit oordeel geeft dus geen ‘officiële status’ aan een woord. Het is en blijft een advies aan de gebruiker, die zelf zijn keuzes bepaalt.’

Het verhaal van het Vlaams

Ze leggen ook uit waarom ze voor de term ‘Vlaams’ hebben gekozen in de titel. ‘Vlaams’ is een vlag die verschillende ladingen kan dekken, en die kan dus voor verwarring zorgen. Ondanks de heel plausibele uitleg vind ik het jammer dat ze voor deze term hebben gekozen. ‘Belgisch-Nederlands’ is immers aan een steile opmars bezig. Hierbij is ook amper twijfel: als je het over Belgisch-Nederlands hebt, heb je het over de standaardtaal. Bij de term Vlaams is dat lang niet altijd het geval.

Een echte aanrader in het boek is het historische overzicht van het Nederlands in België, van de hand van Ludo Permentier. Permentier slaagt erin op een kleine dertig pagina’s duidelijk te maken waar het Nederlands in België zijn eigenaardigheden en typische kenmerken vandaan haalt, waarom die ooit zo verguisd werden en waarom het nu stilaan tijd is om ze gewoon te accepteren. Heel lezenswaard voor iedereen die meer wil weten over de taalsituatie in België door de eeuwen heen.

Taalboek en naslagwerk?

Zijn de auteurs nu geslaagd in hun opzet om zowel een naslagwerk als een interessant taalboek af te leveren? Wat het taalboek betreft: jazeker. De Nederlanders zullen heel wat nieuwe, typisch Belgische uitdrukkingen ontdekken, en de Vlamingen zullen meer dan eens uitroepen: ‘Hoezo, kennen ze dat in Nederland dan niet?’ Via de citaten kunnen Nederlander en Vlaming bovendien grasduinen in het uitgebreide talig-culturele leven van Vlaanderen van de afgelopen eeuw. De extra wetenswaardigheden hier en daar kruiden het geheel nog wat bij.

Wat het naslagwerk betreft, is het prettig te merken dat de betuttelende zeg-niet-maar-vinger weg is en dat ik als taalgebruiker ernstig word genomen. Toch mis ik iets: een register op verklarende synoniemen. Nu kun je het boek maar in één richting gebruiken: je kunt wel opzoeken wat de Belgisch-Nederlandse woorden betekenen, maar niet wat de Belgisch-Nederlandse tegenhanger is van een algemeen of een Nederlands-Nederlands woord. Een gemis voor mensen die teksten willen ‘vervlaamsen’. Misschien een suggestie voor een volgende uitgave?

In mijn gefilmde recensie laat ik je zien hoe het boek er concreet uitziet:

YouTube / Taalverhalen – via Iframely

Typisch Vlaams. 4000 woorden en uitdrukkingen. Auteurs: Ludo Permentier en Rick Schutz. Leuven, Davidsfonds Uitgeverij. ISBN 978-90-5908-651-7. Prijs: € 35.

Reacties zijn gesloten.