Het dagboek van Bernhard (9e eeuw). Deel 2

Bernhard, 6 jaar

Ik leer lezen! En meteen in het Latijn. Eerst zijn het de letters. De eerste was de A. De magister toonde ons een grote A, zei ‘A’ en wij moesten dat nazeggen: ‘A’. Iedereen slaagde er wel vrij goed in die eerste letters te leren. Zodra het er meer werden, werd het voor sommigen al moeilijk. Een C bijvoorbeeld, dat is iets anders dan een S. En toch klinkt C ook als S, als je het hardop zegt: SEE. Heel verwarrend allemaal. En als we iets vroegen, haalde de magister de plak al boven. Wij mochten hem alleen nazeggen, en niets vragen. Te veel willen weten is niet goed. Eva en Adam zijn immers ook uit het paradijs verjaagd omdat ze te hongerig waren naar kennis.

Ik durf dit niet hardop te zeggen, maar ik vind de magister wel streng. Hij heeft de plak en roede altijd bij de hand en als we een fout maken, laat hij het ons meteen voelen. Sommige oblaten verlaten de les elke keer met blauwe vingers of een gloeiend achterwerk. Volgens de magister helpt ons dat de letters nog beter te onthouden. God is mensen die lijden om Hem te eren en Zijn Woord uit te dragen altijd welgezind. Toch blijven sommige jongens problemen hebben om de letters te onthouden, al lijden ze nog zo erg. Gelukkig kunnen ze wel goed zingen.

Reacties zijn gesloten.